Herhaling Spelling + Grammatica H2 LJ 1

Herhaling Grammatica + Spelling H2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Herhaling Grammatica + Spelling H2

Slide 1 - Slide

Wat ik van je verwacht...
Voor de volgende les, wil ik dat je het volgende hebt gemaakt  / gedaan:
- De vragen beantwoord uit deze les

- Een samenvatting gemaakt van de theorie en deze ingeleverd. 

Slide 2 - Slide

De onderdelen van spelling + grammatica
Grammatica:
      - Splitsbare werkwoorden
      - Splitsbare werkwoorden benoemen
      - Onderwerp van de zin

Spelling:
      - Persoonsvorm tegenwoordige tijd
      - Persoonsvorm tegenwoordige tijd, woorden die in de stam op een -d eindigen
      - Komma

Slide 3 - Slide

Benoem de persoonsvorm in de zin:
"De trainer gaf ons een peptalk."
A
De trainer
B
gaf
C
ons
D
een peptalk

Slide 4 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
"Hij stelde zijn moeder nogal teleur."
A
Hij
B
stelde
C
hij stelde
D
stelde teleur

Slide 5 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin:
"Hij stelde zijn moeder nogal teleur."
A
Hij
B
stelde
C
hij stelde
D
stelde teleur

Slide 6 - Quiz

Wat is het onderwerp in de volgende zin:
"Hij stelde zijn moeder nogal teleur."
A
Hij
B
stelde
C
zijn moeder
D
hij stelde

Slide 7 - Quiz

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Verdeel de zin in zinsdeelstrepen
Benoem het onderwerp
Benoem de persoonsvorm
Benoem het werkwoordelijk gezegde

Slide 8 - Drag question

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 9 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde van een zin?

Slide 10 - Open question

Hoe vind je het onderwerp van een zin?
Welke vraag stel je jezelf?

Slide 11 - Open question

Vul de goede vorm van het werkwoord in:

Ik ... een bloem in het park.
A
pluk
B
plukt

Slide 12 - Quiz

Vul de goede vorm van het werkwoord in:

Ik ... een bloem in het park.
A
vind
B
vindt

Slide 13 - Quiz

Vul de goede vorm van het werkwoord in:

Jij ... een bloem in het park.
A
pluk
B
plukt

Slide 14 - Quiz

Vul de goede vorm van het werkwoord in:

Jij ... een bloem in het park.
A
vind
B
vindt

Slide 15 - Quiz

Vul de goede vorm van het werkwoord in:

Hij ... een bloem in het park.
A
pluk
B
plukt

Slide 16 - Quiz

Vul de goede vorm van het werkwoord in:

Hij ... een bloem in het park.
A
vind
B
vindt

Slide 17 - Quiz

Vul de goede vorm van het werkwoord in:

... jij een bloem in het park?
A
Pluk
B
Plukt

Slide 18 - Quiz

Vul de goede vorm van het werkwoord in:

... jij een bloem in het park?
A
Vind
B
Vindt

Slide 19 - Quiz

Schrijf de zin over. Zet op de juiste plek een komma.

Ik heb mijn moeder mijn broertje mijn oma en mijn tante uitgenodigd voor mijn verjaardag.

Slide 20 - Open question

Schrijf de zin over. Zet op de juiste plek een komma.

Ik lig 's avonds vroeg op bed omdat we na 21 uur niet meer naar buiten mogen

Slide 21 - Open question

Schrijf de zin over. Zet op de juiste plek een komma.

Het waren veel opdrachten maar nu snap ik het wel beter.

Slide 22 - Open question

Schrijf de zin over. Zet op de juiste plek een komma.

Als je alle opdrachten gemaakt hebt ben je bijna klaar!

Slide 23 - Open question

Maken samenvatting
- Maak een samenvatting van de theorie van 2.4 Grammatica en 2.5 Spelling
2.4 Grammatica: bladzijde 68 - 71
2.5 Spelling: bladzijde 72 -74
Je kan de theorie ook terugvinden op Talent Online

Slide 24 - Slide

Maken samenvatting
- Maak de samenvatting in Word
- Schrijf daarin wat jij denkt dat belangrijk is of wat je lastig vindt
- Als je dit af hebt, sla je het op onder de naam:
Spelling + grammatica hoofdstuk 2 NAAM

Tip: Schrijf niet alles letterlijk over uit het boek. Maak gebruik van bijv. pijltjes, streepjes en afkortingen

Slide 25 - Slide

Inleveren samenvatting
- Lever de samenvatting in vóór de eerstvolgende les (die geen blokuur is)
- Ga naar Magister
- Klik bij ELO op 'opdrachten'. 
- Lever je Word-document in bij de opdracht: "Samenvatting hoofdstuk 2"

Slide 26 - Slide