De ruggengraat: een gids naar alle botten in de rug van een mens

De ruggengraat: een gids naar alle botten in de rug van een mens

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je alle botten in de rug van de mens benoemen.

Introduceer het leerdoel en de focus van de les.

Wat weet je al over de verschillende botten in de rug?

De wervelkolom

De wervelkolom bestaat uit 33 wervels die zijn opgestapeld en gescheiden door tussenwervelschijven.

Beschrijf de structuur van de wervelkolom en hoe het de basis vormt voor de rest van de rug.

Cervicale wervels

De cervicale wervels bevinden zich in de nek en zijn genummerd van C1 tot C7.

Laat een afbeelding zien van de cervicale wervels en vraag studenten om ze te identificeren.

Thoracale wervels

De thoracale wervels bevinden zich in de borstkas en zijn genummerd van T1 tot T12.

Toon een afbeelding van de thoracale wervels en vraag studenten om ze te identificeren.

Lumbale wervels

De lumbale wervels bevinden zich in de onderrug en zijn genummerd van L1 tot L5.

Laat een afbeelding zien van de lumbale wervels en vraag studenten om ze te identificeren.

Sacrale wervels

De sacrale wervels bevinden zich in het bekken en zijn samengevoegd tot het sacrum.

Toon een afbeelding van het sacrum en leg uit hoe de sacrale wervels zijn samengevoegd.

Coccygeale wervels

De coccygeale wervels bevinden zich aan het einde van de wervelkolom en zijn samengevoegd tot het stuitbeen.

Toon een afbeelding van het stuitbeen en leg uit hoe de coccygeale wervels zijn samengevoegd.

Quiz

Test je kennis! Identificeer de juiste wervel op de afbeelding.

Gebruik een interactief element zoals Kahoot of Quizlet om studenten te betrekken en hun kennis te testen.

Toepassing

Gebruik een skeletmodel om de verschillende botten in de rug te identificeren en benoemen.

Laat studenten in groepen werken en geef elke groep een skeletmodel om te gebruiken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.