Les 3 V2A 01-09-2023

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Les 3 01-09-2023

Herzlich Willkommen

beim Deutschunterricht

Wie wir zusammen arbeiten

Voor Duits heb je bij je: boek A, etui, tablet

We praten zoveel mogelijk in het Duits

We luisteren naar elkaar

Bij vragen steken we een arm omhoog

Mobiele telefoon ins Handy Hotel !

leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:
  - Kun je iets over jezelf aan een klasgenoot vertellen in het Duits.

   - Kun je het  persoonlijk voornaamwoord koppelen met de juiste vorm van sein.

- Ken je het hulpwerkwoord 'haben'

Wat gaan we doen?

• Opdrachten 7-14 bespreken.
  
•  Oefenen grammatica persoonlijke voornaamwoorden (Personalpronomen)
• Oefenen grammatica werkwoord 'sein' (Verb sein)
• Uitleg werkwoord 'haben' 
• Das Alphabet, uitspraak oefenen
• Oefening Sprachmittel

Lessonup

klascode

 dxsaa

Klassetaal

Duits tijdens de les

zin 1: Kann ich auf die Toilette gehen, bitte?

zin 2: Wie heißt das?

Besprechen Aufgaben

Aufgaben 7 und 8 

Aufgaben 11 bis 14

Aufgabe 17 

Aufgabe 20 

Antworten

Wat is de vertaling van:
de Duitser

1. der Deutsche
2. der deutscher
3. die Deutsche
4. die Deutschen

het werkwoord zijn is:

1. heißen
2. sein
3. kommen
4. können

Welke 2 Personalpronomen missen nog?

ich

du

er

sie

wir

ihr

sie

De juiste schrijfwijze van 16 is:

1. achtzehn
2. fünfzehn
3. zwanzig
4. sechzehn

Het werkwoord sein

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

   seit

 sein

 sein

Wörter buchstabieren

A. Je eigen naam spellen (voor en achternaam)

B. cijfers uit de Lernliste spellen, de anderen schrijven het op (woord niet het getal)

Personalpronomen

Personalpronomen

ik	jij	hij, zij, het	wij	jullie	zij	u
ich	du	er, sie, es	wir	ihr	sie	Sie
I	D	E	W	I	S

Verb 'sein'

sein

ich	bin
du	bist
er	ist
sie	ist
es	ist
wir	sind
ihr	seid
sie	sind
Sie	sind

  sein

Selbstständig arbeiten

Extra werkblad

persoonlijke voornaamwoorden en sein

Ben je eerder klaar, dan ga je Slim Stampen 
Lernliste Niederländisch - Deutsch

Verb 'haben'

sein

ich	habe
du	hast
er	hat
sie	hat
es	hat
wir	haben
ihr	habt
sie	haben
Sie	haben

 haben

das Alphabet aussprechen

Teil E, Aufgabe 15, Seite 20

das Alphabet

Aufgabe Wörter Raten

Je krijgt een nummer.

dezelfde nummers vormen een groep.

Nodig: 1 pen, 1 blad papier

Wörter buchstabieren

A. Je eigen naam spellen (voor en achternaam)

B. cijfers uit de Lernliste spellen, de anderen schrijven het op (woord niet het getal)

Sprechen

Seite 22  Aufgabe 21 Sprachmittel

Lees de zinnen.

Oefen deze zinnen hardop met je buur. Ga je dan in het Duits aan elkaar voorstellen.

Wissel na 2 keer met je achterbuur.

Huiswerk / Hausaufgaben

Machen, digital

Kapitel 2 WIR

Aufgabe 20 und 21                Seite 42

Lernen

Lernliste N-D / D-N               Seite 26

Samenvatting

•  Je kent nu de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits:

IDEWIS

• Je ken de hulpwerkwoorden 'sein' en 'haben'
• Je kunt een klasgenoot iets over jezelf vertellen.

Auf Wiedersehen