Les 3 HV2C 8-9-2023 haben sein personalpronomen

Les 3 HV2C 8-9-2023 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 3 HV2C 8-9-2023 

Slide 1 - Slide


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 2 - Slide

Wie wir zusammen arbeiten
Voor Duits heb je bij je: boek A, etui, tablet

We praten zoveel mogelijk in het Duits
We luisteren naar elkaar
Bij vragen steken we een arm omhoog

Mobiele telefoon ins Handy Hotel !



timer
2:00

Slide 3 - Slide

leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
 - Ken je de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits.
 - Ken je de vervoegingen van het werkwoord ‘sein’.
 - Ken je de vervoegingen van het werkwoord ‘haben’.
- Kun je de persoonlijke voornaamwoorden koppelen aan
de juiste werkwoordvormen.



Slide 4 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Opdrachten bespreken uit de vorige les.
  •  Grammatica uitleg persoonlijke voornaamwoorden
  •  Grammatica uitleg ‘sein’, 'haben'
  • Aan de slag met je opdrachten uit het boek 
  • Praktijkopdracht

Slide 5 - Slide

Lessonup
klascode
 jhztg





Slide 6 - Slide

Klassetaal
Duits tijdens de les

zin 1: Darf ich zur Toilette gehen, bitte?

zin 2: Wie heißt das?

Slide 7 - Slide

Wat is de vertaling van
Nederland
A
Niederlande
B
die Niederlande
C
der Niederländer
D
Niederländer

Slide 8 - Quiz

het werkwoord zijn is:
A
heißen
B
sein
C
kommen
D
können

Slide 9 - Quiz

Welke 2 Personalpronomen missen nog?
ich
du
er
sie
wir
ihr
sie

Slide 10 - Drag question

De juiste schrijfwijze van 16 is:
A
achtzehn
B
fünfzehn
C
zwanzig
D
sechzehn

Slide 11 - Quiz

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
   seit
 sein
 sein

Slide 12 - Drag question

Antworten
Antwoordblad
Aufgaben 6, 7 Seite 15
Aufgabe 8, 9 Seite 16
Aufgabe 18 Seite 21

Controleer je antwoorden in het boek en pas aan met een andere kleur.

Slide 13 - Slide

Personalpronomen

Slide 14 - Slide

Personalpronomen
ik
jij
hij, zij, het
wij
jullie
zij
u
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie
Sie
    I

   D

   E
  W
   I
   S

Slide 15 - Slide

Verb 'sein'

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

sein
ich
bin
du
bist
er
ist
sie
ist
es
ist
wir
sind
ihr
seid
sie
sind
Sie
sind
  sein

Slide 18 - Slide

Verb 'haben'

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Selbstständig arbeiten
Kapitel 2, Teil E Grammatik

Übungen 18,19, 20                    Seite 42-43
           

Ben je eerder klaar, dan ga je Slim Stampen 
Lernliste Niederländisch - Deutsch, Seite 26
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Kapitel 2 WIR
Familienquiz:
Welke vragen kun je stellen om je familie beter te leren kennen?
Wat ga je doen: 
  • Je werkt in groepjes.
  • Je maakt minstens 4 vragen die je kunt stellen om iemand beter te leren kennen. Mag in het Nederlands, liever in het Duits.

timer
10:00

Slide 22 - Slide

Kapitel 2 WIR
Aufgabe 1a1

Luister en kijk naar de video, beantwoord de vragen.

Slide 23 - Slide

Praktijkopdracht
Maak een stamboom van je eigen familie (met alle opa's/oma's, ooms/tantes enz).

Zet bij elke tak het Duitse woord erbij, zie ook opdracht 3. 
Uitvoering is vrij. 

Lever je stamboom in bij Magister. Als de stamboom groot is, maak er een foto van.

Slide 24 - Slide

Stamboom voorbeeld
der Hund
der Vater
der Sohn
die Mutter
der Onkel, die Tante
die Großmutter

Slide 25 - Slide

Sprechen
Seite 22  Aufgabe 21 Sprachmittel
Lees de zinnen.
Oefen deze zinnen hardop met je buur. Ga je dan in het Duits aan elkaar voorstellen.
Wissel na 2 keer met je achterbuur.
timer
10:00

Slide 26 - Slide

Huiswerk / Hausaufgaben
Machen, digital
Kapitel 2 WIR
Sehen, Aufgabe 2                            Seite 31
Wortschatz Aufgabe 3, 4             Seite 32
Praktijkopdracht, Familienstammbaum, zie Magister (inleveren 15-9-2023)
Lernen
Lernliste N-D / D-N , Grammatik und Sprachmittel           Seite 26, 27
Lernliste N-D                                                                                       Seite 60

Slide 27 - Slide

Samenvatting
  •  Je kent nu de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits:
IDEWIS
  • Je kent het hulpwerkwoord 'sein'
  • Je kent het hulpwerkwoord 'haben'
  • Je kan jezelf voorstellen in het Duits.

Slide 28 - Slide


Auf Wiedersehen 

Slide 29 - Slide