1. Hoe oud schat je de hoofdfiguur?
2. Leg uit dat de plaats waar de hoofdpersoon staat te kijken heel goed de verhouding tussen hem en de andere verhaalfiguren weergeeft.
3. Leg uit waarom de hoofdpersoon zo uiterst braaf bij zijn moeder gaat zitten.
4. Beschrijf de ruimte waar het verhaal zich afspeelt. Waarom is dit belangrijk voor het verhaal?
5. Welke rol spelen zintuigen in dit verhaal?