dond 7 oktober grammatica zinsdelen herhaling en uitleg

2A welkom!
  • Ga rustig zitten op je plek 
  • Nodig:  boek + schrift + pen  

  • We beginnen direct! We gaan niet lezen.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2A welkom!
  • Ga rustig zitten op je plek 
  • Nodig:  boek + schrift + pen  

  • We beginnen direct! We gaan niet lezen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les


Herhaling zinsontleding: wat weet je nog? 
Opdracht klassikaal
Zelfstandig aan het werk / extra hulp 
Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen



Je kan de pv t/m de bwb benoemen.


Slide 3 - Slide

Mavo H1 lezen opdracht 5 --> kopiëren!!



Dit jaar wil Cheng een valentijnskaart aan Pim sturen. 

Slide 4 - Slide

Mavo H1 lezen opdracht 5 --> kopiëren!!



Dit jaar |wil| Cheng | een valentijnskaart | aan Pim sturen. 

pv = wil          wg = wil sturen 
ow = Cheng                  lv = een valentijnskaart

Slide 5 - Slide

Mavo H1 lezen opdracht 5 --> kopiëren!!
Welke regels ken je nog?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

De regels
pv --> zin in de andere tijd /  vraagzin maken
wg --> alle werkwoorden uit de zin. 
ow --> Wie (of wat) + wwg? = ................. 
lv --> Wie/wat + wwg + ond? = .............. 
mv --> aan wie/ voor wie?
bwb --> alles wat overblijft

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Die gekke vragen van jou begrijp ik echt niet.
pv - wg - ow

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Waarom zitten jullie zo te giechelen?
pv - wg - ow

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Ik gaf mijn moeder bonbons.
lv =
A
ik
B
mijn moeder
C
bonbons
D
X

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Heb jij je schrift vandaag bij je?
lv =
A
jij
B
je schrift
C
vandaag
D
je

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wij hebben veel spinnen in ons schuurtje.
pv, wg, ow, lv

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Het meewerkend voorwerp
Regel: aan wie? voor wie?

voorbeelden:
Ik geef aan jou mijn aantekeningen van geschiedenis.

Ik koop voor mijn moeder een nieuw telefoonhoesje. 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Maar let op!


- Niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp (mv)!
- Soms staat 'aan' niet in de zin:
   * Ik geef aan jou mijn zakdoek.      aan jou  = mv
    * Ik geef jou mijn zakdoek.                        jou = mv
- met ' aan' of 'voor' mag geen plaats of tijd bedoeld worden:
     * Ik zal voor het huis op je wachten.  voor het huis is geen mv
      * Ik hang mijn jas aan de stoel.    aan de stoel is geen mv

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Ik heb voor jou even de ramen gelapt.
mv =
A
Ik
B
jou
C
voor jou
D
voor de ramen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag

Slide 16 - Slide

This item has no instructions