- Niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp (mv)!
- Soms staat 'aan' niet in de zin:
* Ik geef aan jou mijn zakdoek. aan jou = mv
* Ik geef jou mijn zakdoek. jou = mv
- met ' aan' of 'voor' mag geen plaats of tijd bedoeld worden:
* Ik zal voor het huis op je wachten. voor het huis is geen mv
* Ik hang mijn jas aan de stoel. aan de stoel is geen mv