What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
week 6
Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
escuchar
Verbos en presente
Verbos estar y tener
vocabulario
Semana 6
1 / 45
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
escuchar
Verbos en presente
Verbos estar y tener
vocabulario
Semana 6
Slide 1 - Slide
Welke nationaliteiten hoor je?
Welke talen hoor je?
Taal = zelfde als mannelijke inwoner
Slide 2 - Slide
Waar houdt Charo wel/niet van?
Slide 3 - Slide
12
Slide 4 - Video
Leerdoel
Ik kan de regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen
Waarom is dit belangrijk dat ik dat kan?
Om te weten wie of over wie er gesproken wordt, op welk tijdstip het gesproken wordt en of de actie al gebeurd is, nu gebeurt of gaat gebeuren.
Het persoonlijk voornaamwoord kun je in het Spaans weglaten voor een vervoegde vorm van een werkwoord.
Slide 5 - Slide
werkwoorden -AR,-ER,-IR
Leerdoel: werkwoorden
Slide 6 - Slide
Stappen om te vervoegen
Elke werkwoord in het Spaans heeft een familie:
-ar
-er
of
-ir
Vind de stam door
-ar, -er
of
-ir
eraf te halen
plaats de bijbehorende uitgang achter de stam
Slide 7 - Slide
00:36
De moeder vraagt of het een ..... is
A
jongen
B
meisje
C
man
D
vrouw
Slide 8 - Quiz
00:39
Moeder vraagt of hij ............... is
A
knap
B
slim
C
sterk
D
aardig
Slide 9 - Quiz
00:51
Moeder vraagt of het een ...... is.
A
collega
B
vriend
C
kennis
Slide 10 - Quiz
01:40
Dit is haar...
Slide 11 - Open question
02:05
Dit is María toen ze ..... was.
Slide 12 - Open question
02:29
Nu is María heel
A
lang en slank
B
knap en lang
C
knap en slim
D
Slim en creatief
Slide 13 - Quiz
02:37
Wat zou "desastre" betekenen? Denk aan het Engels.
Slide 14 - Open question
03:00
Wat vraagt moeder hier? Schrijf de vraag in het Spaans
Slide 15 - Open question
03:11
Dit is haar....
Slide 16 - Open question
03:16
Haar vader is een ..... man.
A
prachtige
B
slimme
C
lange
D
mooie
Slide 17 - Quiz
03:45
Waar woont de zus van María?
Slide 18 - Open question
03:53
Volgens moeder is
Maria's zus
een ..... meisje
Slide 19 - Mind map
Yo
Tú
Él/ella/usted
Nosotros/-as
Vosotros/-as
Ellos/-as
El presente van COMPRAR
(tegenwoordige tijd)
compro
compras
compra
compramos
compráis
compran
Slide 20 - Drag question
Yo
Tú
Él/ella/usted
Nosotros/-as
Vosotros/-as
Ellos/-as
El presente (tegenwoordige tijd)
Comer (eten)
como
comes
come
comemos
coméis
comen
Slide 21 - Drag question
El presente (tegenwoordige tijd)
YO
TÚ
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
aprendo
como
nada
viven
nadas
hablamos
cocináis
come
aprenden
vendemos
vivís
hablas
Slide 22 - Drag question
estar en tener
yo
tú
él, ella, ud
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, uds
estar (zijn)
estoy
estás
está
estamos
estáis
están
tener (hebben)
tengo
tienes
tiene
tenemos
tenéis
tienen
welk werkwoord wat "zijn" betekent ken je al?
Leerdoel: onregelmatige werkwoorden
Módulo pág.34
Slide 23 - Slide
Estar: zich bevinden
Estar: zich bevinden
yo
él, ella, usted
tú
nosotros
vosotros
ellos, ustedes
estoy
estás
está
estamos
estáis
están
Slide 24 - Drag question
¿Dónde _____
(estar)
tus amigos?
Ahora, nosotros______
(estar)
en clase 234.
Y tú, ¿cómo ________
(estar)
?
Yo _______ (
estar)
en la casa de mi abuela
Vosotros _____
(estar)
en Barcelona.
están
Estamos
estás
estoy
estáis
Slide 25 - Drag question
Tener:hebben
Tener: hebben
yo
él, ella, usted
tú
nosotros
vosotros
ellos, ustedes
tengo
tienes
tiene
tenemos
Tenéis
tienen
Slide 26 - Drag question
Sleep de vervoeging van TENER
Lars y Thijs _____
(tener) un perro
Quirine y yo______
(tener)
amigas en Argentina.
Tú________
(tener)
un perro muy bonito.
Yo _______ (
tener)
un apartamento en Madrid
Peter y tú _____
(tener-vosotros)
familia en España.
tienen
tenemos
tienes
tengo
tenéis
Slide 27 - Drag question
La lista de vocabulario 4.1
Slide 28 - Slide
La lista de vocabulario 4.1
Slide 29 - Slide
Los colores
Slide 30 - Slide
Match the words with the colors
amarillo
azul
negro
gris
rojo
verde
blanco
naranja
rosa
marrón
Slide 31 - Drag question
El color de Holanda es....
A
rojo
B
naranja
C
amarillo
D
verde
Slide 32 - Quiz
El cielo es...
A
rojo
B
marrón
C
azul
D
verde
Slide 33 - Quiz
La madera es...
A
rojo
B
marrón
C
azul
D
verde
Slide 34 - Quiz
La fresa es ...
Slide 35 - Open question
El sol es ...
Slide 36 - Open question
Las hojas son ...
Slide 37 - Open question
A practicar:
Uit je module: pagina 35 ej. A & B
Uit je libro de alumno: pagina 35 opdracht 7 en 8
timer
15:00
Extra uitdaging:
Module pág. 35 ej. F
Slide 38 - Slide
Vamos a corregir
Slide 39 - Slide
Vamos a corregir
tarea 3.3 opdracht A, B, C, D
Módulo pág. 34
Slide 40 - Slide
uitwerking
A.
Leerdoel: werkwoorden
Módulo pág. 31
Slide 41 - Slide
uitwerking
B.
1. hablo
2. trabajamos
3. bailáis
4. canta
5. estudia
6. visitan
C.
1. come
2. beben
3. lees
4. aprendemos
5. corro
6. leo
D.
1. vivimos
2. escribe
3. como
4. recibe
5. descubrís
6. vives
Leerdoel: werkwoorden
Módulo pág. 32
Slide 42 - Slide
uitwerking
E.
1. hablamos
2.vivís
3. explica
4. aprendes
5. vives
6. leen
7. abre
8. Comen
F.
1. Pepe en ik praten Engels en Nederlands.
2. Carmen en jij wonen in Frankrijk.
3. De juf legt goed uit.
4. Leer jij veel?
5. Ik woon in Eindhoven. En jij? Waar woon jij?
6. Mijn vrienden lezen veel boeken.
7. Het hotel opent om 8 uur.
8. Eet u (mv) in het restaurant vanavond?
G.
1. baila
2. escriben
3. leemos
4. vivís
5. hablan
6. comen
Leerdoel: werkwoorden
Módulo pág. 33
Slide 43 - Slide
uitwerking
A.
1. está
2. estáis
3. estoy
4. están
5. estás
6. estamos
B.
1. tienes
2. tengo
3. tiene
4. tenéis
5. tenemos
6. tiene
Leerdoel: werkwoorden
Módulo pág. 35
Slide 44 - Slide
quizlet.com
Slide 45 - Link
More lessons like this
up2-flexuur- los verbos-up2
May 2022
- Lesson with
21 slides
Spaans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
week 7: werkwoorden
February 2022
- Lesson with
33 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
C2 U5 ww vervoegen indefinido - imperfecto
September 2024
- Lesson with
30 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
test ww regelmatig & tener, ser en estar
November 2021
- Lesson with
15 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 11- Presente + ser , estar, tener
October 2023
- Lesson with
26 slides
Spaans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
les 14. ir
April 2022
- Lesson with
23 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Les 1 H2
August 2022
- Lesson with
12 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Verbos Regulares e Irregulares
November 2021
- Lesson with
21 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2