Literatuurles 3

Literatuurles 3
Setting en ruimte
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Literatuurles 3
Setting en ruimte

Slide 1 - Slide

In deze les...
In deze les staan drie vragen centraal:
- Wat hoort er allemaal bij setting?
- Wat hoort er allemaal bij ruimte?
- Wat is het verschil tussen setting en ruimte?
Tussendoor wordt er met deze begrippen geoefend.

NEEM AANTEKENINGEN OVER!!

Slide 2 - Slide

Setting
! Neem deze slide/aantekening over !
De setting is het "decor" waar het verhaal zich afspeelt.

Slide 3 - Slide

Setting
! Neem deze slide/aantekening over !
De setting is het "decor" waar het verhaal zich afspeelt.
> plaats = geografische plaats (land, stad, dorp, straat, landschap, etc.)


Slide 4 - Slide

Setting
! Neem deze slide/aantekening over !
De setting is het "decor" waar het verhaal zich afspeelt.
> plaats = geografische plaats (land, stad, dorp, straat, landschap, etc.)

> tijd = historische tijd (in welke tijd het zich afspeelt, bijv. jaren '40) + jaargetijde, maandag, dag en eventueel moment van de dag


Slide 5 - Slide

Setting
! Neem deze slide/aantekening over !
De setting is het "decor" waar het verhaal zich afspeelt.
> plaats = geografische plaats (land, stad, dorp, straat, landschap, etc.)

> tijd = historische tijd (in welke tijd het zich afspeelt, bijv. jaren '40) + jaargetijde, maandag, dag en eventueel moment van de dag

> omstandigheden: bijvoorbeeld hongersnood, vakantie, oorlog.

Slide 6 - Slide

Setting in 'Beet'

Slide 7 - Slide

Wat is de setting van 'Beet'?

Slide 8 - Mind map

Ruimte
! Neem deze slide/aantekening over !
De ruimte is vaak wat letterlijker wáár het verhaal zich afspeelt. bijvoorbeeld: in de auto, op de camping, etc. Het heeft vaak een functie.

Slide 9 - Slide

Ruimte
! Neem deze slide/aantekening over !
De ruimte is vaak wat letterlijker wáár het verhaal zich afspeelt. bijvoorbeeld: in de auto, op de camping, etc. Het heeft vaak een functie.
> karakterisering van een personage = een personage heeft een voorkeur of afkeer van bepaalde ruimte, dit zegt iets over hem.


Slide 10 - Slide

Ruimte
! Neem deze slide/aantekening over !
De ruimte is vaak wat letterlijker wáár het verhaal zich afspeelt. bijvoorbeeld: in de auto, op de camping, etc. Het heeft vaak een functie.
> karakterisering van een personage = een personage heeft een voorkeur of afkeer van bepaalde ruimte, dit zegt iets over hem.
> sfeertekening = ruimte wordt gebruikt om handeling, gevoel of gebeurtenis te ondersteunen (sfeer maken)


Slide 11 - Slide

Ruimte
! Neem deze slide/aantekening over !
De ruimte is vaak wat letterlijker wáár het verhaal zich afspeelt. bijvoorbeeld: in de auto, op de camping, etc. Het heeft vaak een functie.
> karakterisering van een personage = een personage heeft een voorkeur of afkeer van bepaalde ruimte, dit zegt iets over hem.
> sfeertekening = ruimte wordt gebruikt om handeling, gevoel of gebeurtenis te ondersteunen (sfeer maken)
> symbolisch = de ruimte staat symbool voor iets (bijv. in een kelder = iets moet verborgen blijven)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat kun je zeggen over deze ruimte?

Slide 14 - Mind map

Wat is het verschil tussen 'setting' en 'ruimte'? Leg beide begrippen uit.

Slide 15 - Open question

Literatuurles 4 (volgende week)
> Setting bepalen van "Titaantjes"
> Ruimte bepalen van "Titaantjes"
huiswerk literatuur: pag. 18 t/m 34 lezen

Slide 16 - Slide