! Neem deze slide/aantekening over !De setting is het "decor" waar het verhaal zich afspeelt.
> plaats = geografische plaats (land, stad, dorp, straat, landschap, etc.)
> tijd = historische tijd (in welke tijd het zich afspeelt, bijv. jaren '40) + jaargetijde, maandag, dag en eventueel moment van de dag
> omstandigheden: bijvoorbeeld hongersnood, vakantie, oorlog.