What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Future
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2-4
This lesson contains
18 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Future = toekomende tijd
Alles wat niet al gebeurd is (verleden tijd) en niet nu aan de gang is (tegenwoordige tijd). Dus alles wat nog moet
gebeuren.
Slide 3 - Slide
4 soorten future
1
2
3
4
present simple -
bv the train leaves/ the shops closes/ the shows begin
bij vastgestelde tijden. Vast rooster/schema.
Present continuous.
I am having a party.
Dingen die je snel hebt afgesproken en waarbij alles is afgesproken (tijd, plaats, met wie etc)
will
- Alle zinnen waarbij je in het Nederlands
zullen of zal
gebruikt.
Ik
zal
de deur openen.
I will open the door
.
To be going to
- Alle zinnen waarbij je in het Nederlands gaan gebruikt.
We
gaan
zwemmen.
We are going to swim
Slide 4 - Slide
1
Present
simple
tijden staan vast:
- schema
- rooster
- dienstregeling
Slide 5 - Slide
Gebruik: tijden staan vast, denk aan:
- schema
- rooster
- dienstregeling
hele werkwoord
Let op: he/she/it = hele werkwoord + s
Slide 6 - Slide
Present continuous for the future
2
Slide 7 - Slide
Gemaakte afspraken waarbij
alles is afgesproken (tijd, plaats, met wie etc)
am/are/is + ww + -ing
I
am having
a party
he
is moving
to Germany
we
are seeing
a movie tonight
they
are studying
together later on
Slide 8 - Slide
3
zinnen waar je in het Ned. zullen of zal gebruikt
Beloftes
Dingen die je aanbied
Voorspellingen zonder bewijs
Spontane beslissingen
Slide 9 - Slide
Future = will
I
will
not read
you
will
not swim
he
will
not write
we
will
not sing
you
will
not dance
they
will
not walk
Slide 10 - Slide
will + not = WON'T
Slide 11 - Slide
Future = will
Shall
I
read ?
will
you
swim?
will
he
write?
Shall
we
sing?
Will
you
dance?
Will
they
walk ?
Slide 12 - Slide
Dus:
bij vragen gebruik je Shall bij I and we
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Zinnen waar je in het Nederlands 'gaan' gebruikt
Je bent iets van plan
Je ziet iets aankomen
4
Slide 15 - Slide
Future = to be going to
Am
I
going to read ?
Are
you
going to swim?
Is
he
going to write?
Are
we
going to sing?
Are
you
going to dance?
Are
they
going to walk ?
Slide 16 - Slide
Future = to be going to
I
am
not going to read
you
are
not going to swim
he
is
not going to write
we
are
not going to sing
you
are
not going to dance
they
are
not going to walk
Slide 17 - Slide
Make the exercises on page 18 + 19
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Future to be going to & will
May 2023
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Future to be going to & will
June 2021
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Future
January 2024
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2-4
Future
February 2024
- Lesson with
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Future
April 2021
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
28-5-21 Engels 1C
May 2021
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Future
April 2021
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Grammar Unit 3.4 Future
September 2022
- Lesson with
14 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2-4