1.2 Fictie - Non-fictie

Planning
- Theorie fictie & non-fictie
- Opdrach 1.2 maken
- Opdrachten bespreken
- Vragen


1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning
- Theorie fictie & non-fictie
- Opdrach 1.2 maken
- Opdrachten bespreken
- Vragen


Slide 1 - Slide

Doel
- Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen wat realistische en niet-realistische fictie is. 
- Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen wat het verschil is tussen fictie en non-fictie

Slide 2 - Slide

Theorie herhalen
- Non-fictie
- Realistische fictie
- Niet-realistische fictie

Slide 3 - Slide

Fictie
Wat is fictie?
A
Verzonnen verhalen
B
Biografie
C
Informatieve verhalen
D
Autobiografie

Slide 4 - Quiz

non-fictie is ...
A
verzonnen
B
100% waargebeurd

Slide 5 - Quiz

Non-fictie
100% waargebeurd
Dus er iets niets bij verzonnen. 

Slide 6 - Slide

Non-fictie voorbeelden
100% waargebeurd
Dus er iets niets bij verzonnen. 

Nieuws -  lesboek - biografie

Slide 7 - Slide

realistische fictie is...
A
tekst waarin een waargebeurd verhaal staat.
B
tekst die verzonnen is maar echt lijkt.
C
tekst die verzonnen is, maar ook niet echt kan gebeuren.

Slide 8 - Quiz

Niet-realistische fictie is...
A
tekst waarin een waargebeurd verhaal staat.
B
tekst die verzonnen is maar echt lijkt.
C
tekst die verzonnen is, maar ook niet echt kan gebeuren.

Slide 9 - Quiz

Realistische fictie
Fictie = verzonnen
Niet echt gebeurd. 
Het lijkt alsof het echt kan gebeuren! 

Slide 10 - Slide

Realistische fictie voorbeelden
Fictie = verzonnen
Niet echt gebeurd. 
Het lijkt alsof het echt kan gebeuren! 

Hoe overleef ik... - Het leven van een loser 

Slide 11 - Slide

Niet-realistische fictie
Fictie = verzonnen
Niet echt gebeurd.
Iets waarvan je weet dat het nooit in het echte leven kan gebeuren.

Slide 12 - Slide

Niet-realistische fictie voorbeelden
Fictie = verzonnen
Iets waarvan je weet dat het nooit in het echte leven kan gebeuren.

Harry Potter - Lord of the Rings - Marvel - Power rangers

Slide 13 - Slide

Fictie en non-fictie

Slide 14 - Slide

Maak opdracht 1.2
Eerst 3 minuten in stilte.

Daarna, als ik het aangeef, samen 3 minuten overleggen. 
timer
3:00

Slide 15 - Slide

1.2 bespreken

Slide 16 - Slide

Vragen over fictie en non-fictie

Slide 17 - Slide

Fictie kan bestaan uit realistisch fictie en niet-realistisch fictie.

A
niet waar
B
waar

Slide 18 - Quiz


Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 19 - Quiz

fictie of non-fictie
A
fictie
B
non-fictie

Slide 20 - Quiz


Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 21 - Quiz

Fictie
Wat is fictie?
A
Verzonnen verhalen
B
Biografie
C
Informatieve verhalen
D
Autobiografie

Slide 22 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non fictie

Slide 23 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 24 - Quiz

realistische fictie is
A
tekst uit de werkelijkheid
B
tekst die verzonnen is maar echt lijkt
C
tekst die verzonnen is
D
tekst waarin een waargebeurd verhaal staat

Slide 25 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 26 - Quiz

Wat wordt bedoeld met realistische fictie?
A
een waargebeurd verhaal
B
een verzonnen verhaal dat net echt lijkt
C
een verzonnen verhaal met veel fantasie

Slide 27 - Quiz

Pinokkio is een goed voorbeeld van ...
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie

Slide 28 - Quiz

Realistische fictie = verzonnen verhalen die echt gebeurd zouden kunnen zijn.

Niet-realistische fictie = Verzonnen verhalen die niet echt kunnen gebeuren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Volgende les
- Nieuwe theorie: auteur + genre
- Neem je leesboek mee!

Slide 30 - Slide