This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Introductieles
Periode 4
Gesprekken Voeren
3LM1V
maandag 13 mei
Slide 1 - Slide
Weekplanning
Doel van de les
Wat weet je al?
Theorie
Klassikale inoefening: 1.1: opdrachten 1,2
Aan de slag: Opdracht bedrijfsuitje
Klaar? Opdrachten 3,4,5
Uitsmijter...
Programma vandaag:
Slide 2 - Slide
Weekplanning:
Zie ook:
Teams >
Nederlands >
Bestanden >
Slide 3 - Slide
Je hebt kennisgenomen van de planning van periode 4 en weet hoe we deze afronden.
Je herkent het doel van een formeel gesprek en je weet hoe je dit kunt bereiken.
Doelen van de les:
Slide 4 - Slide
Waarom is het belangrijk om een formeel gesprek goed voor te bereiden?
Wat weet je nog/al:
Slide 5 - Slide
Waarom is het belangrijk om een formeel gesprek goed voor te bereiden?
Slide 6 - Open question
Theorie:
Slide 7 - Slide
Dit is ook toegestaan tijdens het examen gesprekken voeren, dus maak er gebruik van!
Slide 8 - Slide
Welke soorten vragen ken je allemaal?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Klassikale inoefening
Slide 12 - Slide
apps.noordhoff.nl
Slide 13 - Link
Morgen heb je werkoverleg. Het overleg zal onder andere gaan over de vraag: ‘Heeft het zin om een nieuw rooster in te voeren?’ Dit agendapunt heeft als doel ‘mening vormen’. Op welke twee vragen kun jij het best een antwoord voorbereiden?
A
Wanneer gaat het nieuwe rooster in?
B
Wat zijn de voor- en nadelen van een nieuw rooster?
C
Welke gevolgen heeft een nieuw rooster voor de werktijden?
D
Wat vind je van de vrije tijd die je hebt buiten het werk?
Slide 14 - Quiz
Je zit in het overleg en je hoort een collega zuchten als je vertelt dat in het nieuwe rooster ook avonddiensten tot 22.00 uur zijn opgenomen. Wat is een goede vervolgvraag om aan je collega te stellen?
A
Wat vind jij eigenlijk van werken tijdens een avonddienst?
B
Op welke werkdagen moeten we de avonddiensten inplannen?
C
Hoe kun je je het beste voorbereiden op een avonddienst?
Slide 15 - Quiz
Je werkt de eerste dag op je stageplaats en je begrijpt niet hoe het mailprogramma werkt. Wat zeg je tegen je begeleider?
A
Ik kan nog steeds niet bij mijn mail. Waarom werkt het programma niet zoals het hoort?
B
Ik begrijp niet hoe het mailprogramma werkt. Kun je mij het nog eens uitleggen?
Slide 16 - Quiz
Tijdens een werkbespreking wordt druk gediscussieerd over een voorstel. Jij wilt daar ook iets over zeggen. Wat zeg je?
A
Ik wil graag even het woord.
B
Hallo, mag ik ook even wat zeggen?
Slide 17 - Quiz
Aan de slag:
Bij je (stage)bedrijf ga jij het bedrijfsuitje organiseren. Het bedrijf heeft 20 werknemers. De meeste mensen houden van een sportief programma. Ga alvast aan de slag met de voorbereiding. Zorg dat je de volgende punten uitwerkt: