Audiomateriaal voor H5


Escuchamos un poco:
¿Qué le pasa a Julia?

Wat denk je dat de titel betekent?
Wanneer speelt dit fragment zich af (noem dag en tijd)?
Wat kom je verder te weten als je de introductie leest? Noem twee dingen.
Opdr.3a
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Spaans

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson


Escuchamos un poco:
¿Qué le pasa a Julia?

Wat denk je dat de titel betekent?
Wanneer speelt dit fragment zich af (noem dag en tijd)?
Wat kom je verder te weten als je de introductie leest? Noem twee dingen.
Opdr.3a

Slide 1 - Slide



Escucha el diálogo y marca la opción correcta
Opdr.3b
0.00 - 1.30
A
Julia heeft pijn.
B
Julia is misselijk.

Slide 2 - Quiz



Escucha el diálogo y marca la opción correcta
Opdr.3b
1.30 - 1.10
A
De moeder van Julia wil dat ze naar school gaat.
B
De moeder van Julia wil dat ze naar de dokter gaat.

Slide 3 - Quiz



Escucha el diálogo y marca la opción correcta
Opdr.3b
1.10 - 1.00
A
Julia wil niet, want ze heeft een overhoring.
B
Julia wil niet, want ze voelt zich te ziek.

Slide 4 - Quiz



Escucha el diálogo y marca la opción correcta
Opdr.3b
1.00 - 0.45
A
De moeder van Julia belt met de dokter.
B
De moeder van Julia belt met de school.

Slide 5 - Quiz




Waar heeft Julia allemaal last van? Noem 4 dingen.
Opdr.3b
1.46 - 1.28

Slide 6 - Open question



Heeft ze ook koorts?
Schrijf de Spaanse zin op waar je je antwoord op baseert.
Opdr.3b
1.28 - 1.16

Slide 7 - Open question



Tot wanneer mag Julia in bed blijven?
Opdr.3b
1.00 - 0.50

Slide 8 - Open question



In welke klas zit Julia?
Opdr.3b
0.30 - 0.18

Slide 9 - Open question



Wat is de Spaanse vertaling van Beterschap voor uw dochter?
Opdr.3b
0.12 - 0.02

Slide 10 - Open question



Wat zegt Julia tegen de dokter?
Opdr.5c
2.26
A
Dat ze hoge koorts heeft en moe is.
B
Dat ze al weken ziek is.
C
Dat haar hele lichaam pijn doet en dat ze moe is.
D
Dat haat moeder niet gelooft dat ze ziek is.

Slide 11 - Quiz



Wat wordt er gezegd over koorts?
Opdr.5c
2.26
A
Julia heeft 38 graden koorts gemeten.
B
Julia denkt dat ze koorts heeft, ook al heeft ze het niet gemeten.
C
Julia denkt dat ze koorts heeft en haar moeder gaat het meten.

Slide 12 - Quiz