zintuigen 6 Het oor

Thema ZINTUIGEN
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema ZINTUIGEN

Slide 1 - Slide

BS 6: het oor
Leerjaar 3
Mevrouw Rottier & Mevrouw van Brakel

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
11.6.1 Je kunt de delen van het oor noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 3 - Slide

Kennisvragen

Slide 4 - Slide

In de gele vlek zitten...?
A
Veel staafjes
B
Veel kegeltjes
C
Even veel staafjes als kegeltjes
D
Geen staafjes en kegeltjes

Slide 5 - Quiz

De gele vlek:
A
Een plek met zintuigcellen waar je het scherpst ziet
B
Regelt de hoeveelheid licht die in het oog valt
C
Stuurt impulsen naar de hersenen
D
is een lichtdoorlatende beschermlaag

Slide 6 - Quiz

Kegeltjes en staafjes
A
Kegeltjes: waarnemen grijstinten Staafjes: waarnemen kleuren
B
Kegeltjes: waarnemen grijstinten, wit en grijstinten Staafjes: waarnemen kleuren
C
Kegeltjes: waarnemen kleuren en wit Staafjes: waarnemen kleuren. grijs en zwart
D
Kegeltjes: waarnemen kleuren Staafjes: waarnemen zwart, wit en grijstinten

Slide 7 - Quiz

Met welk nummer is de blinde vlek aangegeven?
A
10
B
11
C
12
D
5

Slide 8 - Quiz

Wat is de blinde vlek?
A
De plek in het oog waar de meeste kegeltjes zitten
B
De plek in het oog waar de meeste staafjes zitten
C
De plek waar de oogzenuw naar de hersenen gaat
D
Alles wat je niet kan zien in het universum

Slide 9 - Quiz

Hoe noemen we een invloed waarvoor een zintuig gevoelig is?
A
impuls
B
zenuw
C
prikkel

Slide 10 - Quiz

De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt heet de ...
A
Adequate prikkel
B
Gewenning
C
Drempelwaarde
D
Zintuig

Slide 11 - Quiz

Wat is een adequate prikkel
A
De prikkel waar een zintuig gevoelig voor is
B
De kleinste prikkel die een zintuig kan waarnemen
C
Een prikkel waar het zintuig ongevoelig voor is
D
Een signaal dat via de zenuwen naar de hersenen gaat

Slide 12 - Quiz

Een zintuig met een hoge drempelwaarde
zal eerder reageren op een prikkel dan
een zintuig met een lage drempelwaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Je hebt de hele dag sokken aan. Toch voel je dit niet. Hoe komt het dat je dat niet waarneemt?
A
Gewenning
B
Motivatie
C
Hoe snel je hersenen een waarneming verwerken

Slide 14 - Quiz

Thema zintuigen
basisstof 6: Het oor

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Gehoorzintuig 
In de oren
Reageert op geluiden/trillingen

De zintuigcellen (haartjes) in het slakkenhuis sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt horen.

Adequate prikkel = Geluid/trilling

Slide 17 - Slide

Gehoorzintuig 
Adequate prikkel = Geluid/trilling

  • Trommelvlies ontvangt deze,
  • Geeft door aan de gehoorbeentjes
  • Geeft door aan slakkenhuis
  • Slakkenhuis (zintuigcellen)
  • Impuls naar hersenen

Slide 18 - Slide


Slakkenhuis

Hier zitten de zintuigcellen in om te waarnemen

Het lijkt op een slak

Slide 19 - Slide

Hoge geluiden:
begin van het slakkenhuis

Lage geluiden: eind van het slakkenhuis


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Evenwichtsorgaan 
  • Boven slakkenhuis

Slide 23 - Slide

Reukzintuig
In de neus
Reageert op geuren
De zintuigcellen (in het slijmvlies) in de neus sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt ruiken.

Adequate prikkel = Geuren


Slide 24 - Slide

Smaakzintuig
In de tong
Reageert op smaken
De zintuigcellen de smaakknopjes (groeven) in de tong sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt ruiken.

Adequate prikkel = smaken

Slide 25 - Slide

Er bevinden zich vijf verschillende typen smaakzintuigcellen op de tong.
Welke vijf smaken kunnen wij onderscheiden?
  • zoet - zuur - zout - bitter - umami

Slide 26 - Slide

Kennisvragen

Slide 27 - Slide

In het slakkenhuis in het oor ontstaan impulsen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Het oor heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de prikkel voor het oor?
A
licht
B
impuls
C
geluid
D
tikken

Slide 29 - Quiz

Het oor heeft als taak prikkels op te vangen.
Wat is de adequate prikkel voor het oor?
A
Geur
B
Druk
C
Licht
D
Geluid

Slide 30 - Quiz

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 31 - Drag question

Welk onderdeel aan de binnenkant van je oor ontvangt de eerste trillingen?
A
Het trommelvlies
B
Het slakkenhuis
C
De gehoorzenuw
D
De gehoorbeentjes

Slide 32 - Quiz

Welk onderdeel aan de binnenkant van je oor geeft de trillingen door aan het slakkenhuis?
A
Het trommelvlies
B
Het slakkenhuis
C
De gehoorzenuw
D
De gehoorbeentjes

Slide 33 - Quiz

Waar bevinden zich de gehoorbeentjes?
A
Gehoor zenuw
B
Slakkenhuis
C
Trommelvlies
D
Trommelholte

Slide 34 - Quiz