Alfataal woorden Ik en mijn familie

Alfataal Ik en mijn familie
Ik leer:
  • Woorden over familie
  • Praten over familie en verjaardagen
  • Je naam schrijven op de verjaardagskalender
  • Een presentatie maken van mijn familie. 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Alfataal Ik en mijn familie
Ik leer:
  • Woorden over familie
  • Praten over familie en verjaardagen
  • Je naam schrijven op de verjaardagskalender
  • Een presentatie maken van mijn familie. 

Slide 1 - Slide

Voornaam/ achternaam
Je voornaam + 
je achternaam=
Hoe je heet. (Sonja Bijsterveld) 

Slide 2 - Slide

Geboortedatum. 


Ik ben op 3 augustus 2007 geboren. 

Slide 3 - Slide

Geboren
Die nacht wordt de baby geboren.

Slide 4 - Slide

Er is morgen iemand jarig.

Slide 5 - Slide

Wonen/ woonplaats
Waar woon je? 
Ik woon in Rotterdam. 
Mijn woonplaats is Rotterdam. 

Slide 6 - Slide

het land
  • waar je vandaan komt
  • Uit welk land kom je?
  • het land - de landen
  • zin: Syrië en Nederland zijn landen.
  • zin: Den Helder is een stad in het land Nederland
35

Slide 7 - Slide

de stad
  • Een grote plaats waar veel mensen wonen.
  • De stad - De steden
  • Bijvoorbeeld: Rotterdam, Amsterdam of Maastricht.
  • Zin: Morgen ga ik met vriendinnen naar de stad.
51

Slide 8 - Slide

3: Vragen stellen over familie
Wie ben jij? Ik ben.............................
Heb jij een broer/ een zus? Ja, ik heb een broer/zus. nee ik heb geen broer/ zus. 
Hoe heet je broer/ zus? Mijn broer/ zus heet......................
Hoe oud is je broer/ zus? Mijn broer/zus is...............jaar. 
Hoe oud is je vader/ moeder? Mijn vader/moeder is ........jaar oud.
Hoe heten je ouders? Die heten ..............en .............


Slide 9 - Slide

Waar woon je?     Ik woon in.............
Waar woont je familie?  Mijn familie woont in...........
Waar ben je geboren? Ik ben geboren in..................
Wat is je geboortedatum? Ik ben geboren op................

Slide 10 - Slide

Wanneer ben jij jarig? 

Slide 11 - Slide

9: Ik praat over mijn familie. 
  • Maak een presentatie over je familie. (powerpoint/foto/ poster)
  • Vertel 5 dingen over jouw familie. 
  • Geef je presentatie. 
  • Gebruik de taalkaart. 

Slide 12 - Slide