1.2 De renaissance

1.2 De renaissance
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

1.2 De renaissance

Slide 1 - Slide


Een nieuwe tijd...... Renaissance

Slide 2 - Slide

Uitspraken van iemand uit de middeleeuwen:
-Ik geloof in god en god bepaalt hoe mijn leven verloopt.
-Ik moet doen wat god wil anders ga ik naar de hel.
-Alles wat de kerk vertelt is waar.
-god is de verklaring voor alles wat ik niet begrijp.
-Ik kan niet lezen.
-Zelf dingen onderzoeken doe ik niet.


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Van ambachtsman tot kunstenaar

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

- Fra Filippo Lippi

- Welke overeenkomst zie je met het schilderij op de vorige slide?

- Welke verschillen merk je op?

Slide 7 - Slide

Renaissance
  • Periode na de middeleeuwen tussen  1450-1600.

  • Ontstaan in Italië en betekent: wedergeboorte van de Griekse en Romeinse kunst en cultuur.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

1. De beeldkunst lijkt op die van de Grieken en Romeinen

  • Griekse mythen en sagen, maar ook Bijbelse afbeeldingen        
  • realistisch                        
  • veel details                     
  • onderzoek naar menselijk lichaam                          
  • perspectief (weergeven van diepte)                               

Kijk en vergelijk

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Het orgineel:
rond 120 na Chr.
De kopie:
rond 1580 na Chr.
1. De bouwkunst lijkt op de bouwkunst van de oudheid

Slide 14 - Slide





Sint-Pietersbasiliek, Rome

Slide 15 - Slide

3. Anders denken over het leven en de dood

  • God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder
  • Mensen gaan meer leven voor het leven op aarde, en niet voor het leven na de dood
  • Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)
  • Andere Mentaliteit.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Waarom ontstaat de renaissance in Italië?
  • Veel overblijfselen uit de Romeinse tijd/Klassieke Oudheid. (tempels, beelden, amfitheaters).

  • Door handel: meer geld en contacten met andere culturen (Afrika, Midden-Oosten, Azië)

  • Genieten van luxe spullen

Slide 18 - Slide

Waarom in Italië? (2)
  • Rijke Italianen willen kunst (van zichzelf) --> Familie de Medici.

  • Kunstenaars krijgen daarom veel geld.

  • Kunst wordt daardoor steeds beter.

Slide 19 - Slide

Waarom in Italië? (3)
In 1453 werd Constantinopel door de Ottomaanse Turken veroverd.

Gevolg:
Veel geleerden en handelaren vluchtten naar Italië. Ze namen kennis mee en Griekse boeken uit de Oudheid

Slide 20 - Slide

Waarom in Italië? (4)
 De handel in Italiaanse steden bloeide door goede contacten met het Midden-Oosten en met Vlaanderen.

Gevolg:
De rijke kooplieden konden kunstenaars aantrekken en betalen om kunst voor hen te maken. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

0

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video