This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
9.1 Wat is criminaliteit?
Slide 1 - Slide
In de kring
Op de goede plek
Met device --> inloggen op LessonUp
Slide 2 - Slide
Je hebt 9.1 gelezen. Wat weet je nog?
Slide 3 - Mind map
Kennen
Asociaal
Wetboek van Strafrecht
Strafbaar gedrag
Delict
Overtredingen
Misdrijven
Verhoren/zwaardere straffen/strafblad
Criminaliteit
Tijdgebonden
Intercriminaliteit
Plaatsgebonden
Rechtsstaat
(niet-) materiele gevolgen
Kunnen
Je kunt het verschil benoemen tussen asociaal en strafbaar gedrag.
Je kunt voorbeelden bedenken van overtredingen en misdrijven
Je kunt de 3 dingen benoemen die gebeuren bij het plegen van een misdrijf
Je kunt beargumenteren wanneer iemand een crimineel is
Je kunt uitleggen waarom criminaliteit afhankelijk is van plaats en tijd
Je kunt het begrip rechtsstaat koppelen aan criminaliteit
Je kunt voorbeelden noemen van zowel niet-materiële schade als materiele schade
Slide 4 - Slide
Asociaal of ook strafbaar?
Asociaal: geen rekening houden met anderen
Strafbaar gedrag: overtreden van wetsregels. Deze wetsregels staan in het Wetboek van Strafrecht
Het overtreden van wetsregels = het plegen van een delict (strafbaar feit)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Overtreding of misdrijf
Overtreding: strafbare feiten die niet zo erg zijn
Misdrijven: ernstige strafbare feiten. Je komt er minder makkelijk af door: - Verhoord worden door politie (ernstig misdrijf = altijd rechtszaak) - Zwaardere straffen - Vanaf 12 jaar of ouder krijg je een strafblad
Slide 8 - Slide
Door rood rijden
A
Overtreding
B
Misdrijf
Slide 9 - Quiz
Iemand vermoorden
A
Overtreding
B
Misdrijf
Slide 10 - Quiz
Een fiets stelen
A
Overtreding
B
Misdrijf
Slide 11 - Quiz
Wanneer ben je crimineel?
Criminaliteit: alle misdrijven zoals die in de wet staan
Je bent crimineel als je een misdrijf begaat. Niet met een overtreding.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Eens een crimineel altijd een crimineel? Leg uit waarom wel/niet.
Slide 14 - Open question
Afhankelijk van tijd en plaats
Tijdgebonden: onze ideeën over wat strafbaar zou moeten zijn, veranderen.
Plaatsgebonden: ieder land heeft eigen regels voor strafbaar gedrag.
Slide 15 - Slide
Wat is ook al weer een rechtsstaat?
Slide 16 - Open question
Rechtsstaat
Rechten en plichten van zowel burgers als de overheid zijn hier vastgelegd en worden nageleefd.
Wet geldt voor iedereen, niemand mag deze overtreden.
Slide 17 - Slide
Slapeloze nachten
Materiele gevolgen: schade die je kunt berekenen in geld
Niet-materiele gevolgen: gevolgen die je niet in geld kunt uitdrukken.
Slide 18 - Slide
Kennen
Asociaal
Wetboek van Strafrecht
Strafbaar gedrag
Delict
Overtredingen
Misdrijven
Verhoren/zwaardere straffen/strafblad
Criminaliteit
Tijdgebonden
Intercriminaliteit
Plaatsgebonden
Rechtsstaat
(niet-) materiele gevolgen
Kunnen
Je kunt het verschil benoemen tussen asociaal en strafbaar gedrag.
Je kunt voorbeelden bedenken van overtredingen en misdrijven
Je kunt de 3 dingen benoemen die gebeuren bij het plegen van een misdrijf
Je kunt beargumenteren wanneer iemand een crimineel is
Je kunt uitleggen waarom criminaliteit afhankelijk is van plaats en tijd
Je kunt het begrip rechtsstaat koppelen aan criminaliteit
Je kunt voorbeelden noemen van zowel niet-materiële schade als materiele schade