spelling door elkaar

Wanneer en op welke manier gebruik je de truc xtc koffieshop? Leg uit met werkwoord RENNEN.
1 / 10
next
Slide 1: Open question
Middelbare school

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wanneer en op welke manier gebruik je de truc xtc koffieshop? Leg uit met werkwoord RENNEN.

Slide 1 - Open question

Wij (verhuizen) vorige week naar Almere.
A
verhuizden
B
verhuisten
C
verhuizten
D
verhuisden

Slide 2 - Quiz

Voltooid deelwoord
-iets is afgerond
-je geeft aan wat het onderwerp heeft afgerond
-heeft voorvoegsel
-heeft hulpwerkwoord
-eindigt op D of T of (E)N
gelachen
gedanst
gerend


Tegenwoordig deelwoord
-iets is nog bezig
-je geeft aan HOE iemand iets doet
-gebruik het hele werkwoord
-zet er een D achter

lachend
dansend
rennend

Slide 3 - Slide

Welke werkwoordsvorm is het woord in hoofdletters:
Wij hebben een miljoen GEËRFD.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
onvoltooid deelwoord

Slide 4 - Quiz

Schrijf op:
Voltooid en onvoltooid deelwoord van:TEKENEN

Slide 5 - Open question

Werkwoord als bijvoeglijk naamwoord
Voltooid deelwoord kun je voor zelfstandig nw. zetten:
1) Maak voltooid deelwoord van het werkwoord
2) Eindigt het op een T of D dan + E
3) Eindigt het op een (E)N dan zo laten
Onvoltooid deelwoord kun je voor zelfstandig nw. zetten:
1) Maak onvoltooid deelwoord (hele werkwoord +D)
2) Zet het voor zelfstandig nw. en voeg zo nodig een E toe.


Slide 6 - Slide

De (vertrekken) auto's.
A
vertrekkende
B
vertrokke
C
vertrokken

Slide 7 - Quiz

De (giechelen) meiden
A
gegiechelde
B
giechelende
C
giechelde

Slide 8 - Quiz

Schrijf een korte zin met daarin een gebiedende wijs.

Slide 9 - Open question

Infinitief
  • Ziet eruit als het hele werkwoord (woordenboekvorm)
  • De infinitief blijft in een zin altijd dezelfde vorm houden.

Voorbeeld:
  • Wij zijn gaan zwemmen gisteren.
  • Wij waren gaan zwemmen gisteren.

Slide 10 - Slide