Welk deel van het woord geeft aan waar het om gaat?
Wat zijn de spellingregels van samenstellingen?
Denk er even kort over na, ik geef zo iemand de beurt.
timer
3:00
Slide 4 - Slide
Herhaling Woordenschat H5
De delen van een samenstelling zijn ‘echte woorden’ die ook zelfstandig, voorkomen: caravan, stalling, auto, deur.
Het laatste deel geeft aan om wat voor ding het gaat. Een autodeur is een soort deur, net als voordeur, achterdeur en een tussendeur.
Spellingregel: in het Nederlands schrijven we samenstellingen aan elkaar. Tenzij er tussen de delen van een samenstelling klinkerbotsing optreedt, dan is een koppelteken verplicht: milieu-inspectie, auto-ongeluk.
timer
3:00
Slide 5 - Slide
Introductie H6
Spreekwoorden en Uitdrukkingen
Een spreekwoord is een zin, altijd in de tegenwoordige tijd, die een mededeling doet. Een spreekwoord is nooit een vraag. Spreekwoorden zijn altijd zinnen met wijsheden of levenslessen erin.
Wie A zegt, moet ook B zeggen
Eerlijkheid duurt het langst
Men mag een gegeven paard niet in de bek kijken
Niet geschoten is altijd mis
timer
2:00
Slide 6 - Slide
Introductie H6
Uitdrukkingen
Naast spreekwoorden heb je ook nog uitdrukkingen. Uitdrukkingen lijken erg op spreekwoorden. Een uitdrukking heeft ook een figuurlijke betekenis en bevat (in tegenstelling tot een spreekwoord) meestal geen wijsheden.
Met de Noorderzon vertrekken - Onaangekondigd vertrekken en niks meer van je laten horen.
Lachen als een boer met kiespijn - Meelachen terwijl je eigenlijk niet echt moet lachen.
timer
2:00
Slide 7 - Slide
Samenwerken
Stap 1. Eerst behandelen we gezamenlijk de theorie.
Stap 2 We lezen klassikaal tekst 1: Ardennen Adventure Camp (blz 165)
We maken opdracht 3, 4 en 5
timer
15:00
Slide 8 - Slide
Nabespreken
De 7 spreekwoorden:
1. Al doende leert men.
2. De aanhouder wint.
3. Een goed begin is het halve werk.
4. Gezelligheid kent geen tijd.
5. Er is geen peil op te trekken.
6. Een ongeluk zit in een klein hoekje.
7. Wie het eerst komt, die het eerst maalt.
timer
5:00
Slide 9 - Slide
Huiswerk
Wat is het huiswerk?
Maak opdracht 2.2 en 2.3. BLZ 164
Maak opdrachten 3, 4 en 5 op BLZ 164 + 165
Onthoud! Binnenkort krijgen jullie een S.O. Woordenschat. Maak de opdrachten! Oefen extra waar je nog moeite mee hebt.
Slide 10 - Slide
Reflectie
Voortaan gaan we, met de hele klas, aan het einde van iedere les reflecteren. We gaan o.a. onderstaande vragen behandelen:
Wat hebben we vandaag in de les gedaan?
Wat vond je goed gaan?
Wat kan er volgende keer beter?
Slide 11 - Slide
Welkom!
Welkom!
Jas uit, telefoon opbergen
Ga lekker zitten!
Slide 12 - Slide
Lekker Lezen
Pak je boek en ontspan: we gaan een tijdje lezen!
timer
0:30
Slide 13 - Slide
Wie is het?
Ik kies 1 persoon uit de groep. Hij/zij gaat even naar de gang
De rest van de groep kiest de naam van de persoon uit die geraden moet worden. Dat moet iemand uit de groep zijn.
Nu vragen we de klasgenoot terug in de klas. Diegene moet raden ‘wie’ het is door gesloten vragen te stellen (alleen met ‘ja’ of ‘nee’).
We staan allemaal vóór onze tafel. Ben ik een jongen? Als het antwoord ‘ja’ is, betekent dit dat het geen meisje is. Alle meisjes van de groep gaan dan zitten zodat duidelijk is dat zij niet meer mee doen.
timer
10:00
Slide 14 - Slide
Samenwerken
Stap 1. Eerst behandelen we gezamenlijk de theorie.
Stap 2 Jullie gaan zelfstandig aan de slag (10 min.)
Stap 3 We bespreken de opdrachten na.
Stap 4 Jullie werken in tweetallen aan de opdrachten van H5 (10 min.)
Maak opdracht 2.2 en 2.3. BLZ 164
Maak opdrachten 3, 4 en 5 op BLZ 164 + 165
Heb je vragen? Steek je vinger op en ik kom helpen!
timer
10:00
Slide 15 - Slide
Reflectie
Voortaan gaan we, met de hele klas, aan het einde van iedere les reflecteren. We gaan o.a. onderstaande vragen behandelen: