OV2

Onderzoekend Vermogen 2
Hoe herken je nepnieuws/desinformatie?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Onderzoekend Vermogen 2
Hoe herken je nepnieuws/desinformatie?

Slide 1 - Slide

Wat is nepnieuws?

Slide 2 - Open question

Wat is nepnieuws?
-Misleidende koppen (clickbait)
-Verkeerde context (misinterpretatie)
-Geselecteerde feiten (statenstieken)
-Satire of parodie (bewustwording-Nabootsing)
-Deepfakes (media)
-Verkeerde citaten of valse bronnen
-Valse afbeeldingen en video's
-Hoaxes (gerucht)
-Conspiracy theories
-Emotionele manipulatie
-Valse sociale media-accounts
-Valse wetenschappelijke claims
-Geruchten en speculatie

Slide 3 - Slide

Hoe kan je nepnieuws/desinformatie herkennen?
Controleer de bron/ het artikel.
-Betrouwbare bronnen
-Domeinnaam (bijv. “.co” in plaats van “.com”)
-Auteur
-Clickbait
-Emotionele reactie
-Verouderde informatie
-Onjuiste of gebrekkige grammatica
-Overdrijving en generalisaties
-Bronnen
-Citeren van betrouwbare experts
-Consistentie
-Diverse perspectieven
-Manipulatie van beelden of video’s
-Klikbare afbeeldingen
-Onrealistische claims
-Teveel veralgemeningen

Gebruik fact-checking websites:
-Snopes
-FactCheck.org
-PolitiFact
-Klopt het?

Slide 4 - Slide

Meest voorkomende nepnieuws verspreiders
-Sociale media: Platformen zoals Facebook, Twitter, Instagram en TikTok.
-Nepwebsites: Websites die betrouwbaar lijken door opmaak.
-Valse video's: Video's kunnen eenvoudig gemanipuleerd worden door middel van deepfakes.
-Clickbait: Sensationele koppen die niet overeenkomen met de inhoud van het artikel kunnen ook een vorm van nepnieuws zijn.
-WhatsApp en andere berichtendiensten: Nepnieuws wordt vaak verspreid via berichtenapps zoals WhatsApp.
-Geruchten en complottheorieën: Complottheorieën kunnen de grens tussen feit en fictie vervagen.

Slide 5 - Slide

Wat is het gevaar van nepnieuws?

Slide 6 - Mind map

Artikelen

Slide 7 - Slide

Wat is de definitie van nepnieuws?
A
Nieuws dat volledig waar is
B
Nieuws dat opzettelijk onjuiste informatie verspreidt
C
Nieuws dat altijd grappig bedoeld is

Slide 8 - Quiz

Wat is clickbait?
A
Een aantrekkelijke titel of afbeelding om te klikken, vaak misleidend
B
Een vorm van satire
C
Een technische fout op een website

Slide 9 - Quiz

Welke van de volgende opties is een betrouwbare bron?
A
Een blog zonder bronvermelding
B
Een nieuwssite met duidelijke bronvermelding
C
Een anoniem social media account
D
Een onbekende website met bronvermelding

Slide 10 - Quiz

Wat kun je doen om te zien of een foto gefotoshopt is?
A
De resolutie van een foto checken
B
Kijken of de schaduwen kloppen
C
Hoeveel likes de foto heeft

Slide 11 - Quiz

Wat is deepfake?
A
Een video of afbeelding die is gegenereerd om iemand na te bootsen
B
Een onschuldige vorm van entertainment
C
Een fout in een live-uitzending
D
Een foto die digitaal wordt bewerkt met een filter om het uiterlijk van een persoon te verbeteren of te veranderen

Slide 12 - Quiz

Hoe herken je satire zonder context?
A
Door de bron te onderzoeken en te kijken of satire hun specialiteit is
B
Door te checken of de tekst grappig is
C
Door te kijken naar het aantal keren dat het gedeeld is
D
Het bericht roept emoties op door een serieuze, alarmistische toon te gebruiken zonder humor of sarcasme.

Slide 13 - Quiz

Wat betekent fact-checking?
A
Controleren of feiten kloppen door meerdere betrouwbare bronnen raadplegen
B
Alleen kijken naar de datum van het artikel
C
De inhoud van een artikel samenvatten

Slide 14 - Quiz

Waarom is de datum van een artikel belangrijk?
A
Omdat oude artikelen altijd onwaar zijn
B
Omdat nieuwe artikelen nooit betrouwbaar zijn
C
De datum is alleen belangrijk voor het bepalen van het publicatietijdstip en heeft verder geen invloed op de nauwkeurigheid van de informatie.
D
Om te zien of het artikel nog relevant is

Slide 15 - Quiz

Welke vraag stel je jezelf bij het analyseren van een bron?
A
Is deze bron populair?
B
Heeft deze bron veel advertenties?
C
Wat is de kleur en het ontwerp van de website waar de bron vandaan komt?
D
Kan ik deze bron vertrouwen en heeft het een goede reputatie?

Slide 16 - Quiz

Wat betekent 'misinformatie'?
A
Onjuiste informatie die met opzet wordt verspreid
B
Grappige informatie zonder context
C
Onjuiste informatie die per ongeluk wordt verspreid

Slide 17 - Quiz

Hoe kun je zien of een afbeelding uit zijn context is gehaald?
A
Door te kijken naar hoe mooi de afbeelding is
B
Door reverse image research te gebruiken om te controleren waar de afbeelding nog meer is gebruikt
C
Door het aantal reacties op de afbeelding te tellen
D
Beoordeel de kwaliteit van de afbeelding; hoe scherper en duidelijker de afbeelding is, hoe waarschijnlijker het is dat deze in de juiste context is geplaatst

Slide 18 - Quiz

Vragen? Tips en Tops.

Slide 19 - Mind map