Les 3 Taal & Verhaal; spelen met taal

Les 3 Taal & Verhaal; spelen met taal
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 3 Taal & Verhaal; spelen met taal

Slide 1 - Slide

POËZIE

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

hoe kom je aan inspiratie voor een gedicht?

Slide 4 - Slide

Oefening (schrijf zelf op)
wat is het tegenovergestelde van:
regel
woord
zin
rijm

Slide 5 - Slide

Wat rijmt er op 'regen'?
schrijf op het bord

Slide 6 - Slide

wat rijmt er op 'twaalf'?
schrijf op het bord

Slide 7 - Slide

HAIKU

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

CIRKELGEDICHT

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

LIMMERICK

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

OPDRACHT
maak een gedicht van minimaal 20 woorden (individueel)
pen en papier
thema: liefde of regen of muziek of eenzaam

Slide 14 - Slide

BOEKGEDICHT (individueel)


De student neemt 1 pagina uit een krant of oud boek
Je zoekt woorden in het boek die samen 1 of meerdere nieuwe zin(nen) maken, deze woorden omcirkel je/of je zet er een hokje omheen.
Naar aanleiding van dat woord maak je een tekening op het stuk krantenpapier of bladzijde uit het boek.
Dit doe je eerst met potlood de tekening licht te schetsen.
Daarna zou je de buitenkanten zwart (of een andere kleur!) kunnen maken met stift of verf.
Je werkt de woorden en de tekening verder uit, evt. met kleur.
Je kunt van een thema uitgaan 






Slide 15 - Slide