KGT1 les 22

Op tafel: 
Kopie Katvis
kern- boek, schrijfmap, laptop
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Op tafel: 
Kopie Katvis
kern- boek, schrijfmap, laptop

Slide 1 - Slide

Lesprogramma hst 22
  1. Hst verder met Katvis
  2. Hst 22 uitleg + oefenen 
  3. Maken oefeningen + Numo check
  4. Eventueel huiswerk

Slide 2 - Slide

Katvis

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Hst 22

Je leert hoe je woorden in het meervoud schrijft 

Pak je laptop: je mag in deze lessonup 

Slide 4 - Slide

Numo 


 ELKE LES HUISWERK 20 minuten NUMO
Heb je het gedaan?

Slide 5 - Slide

Begin met maken 


Opdracht 1 & 2  hst 22  blz. 48
Schrijf op in je map 
Lees de uitleg in het vak BELANGRIJK.

Slide 6 - Slide

Inloggen LessonUp
Daar oefenen we verder

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe schrijf je het meervoud van
luchtbel
A
luchtbels
B
luchtbelen
C
luchtbellen

Slide 11 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
vuur
A
vuurs
B
vuurtjes
C
vuren
D
vurren

Slide 12 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
muizenval
A
muizenvalen
B
muizenvallen
C
muisenvallen
D
muisenvalen

Slide 13 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
kanaal
A
kanalen
B
kanallen
C
kanaalen
D
kanaallen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Hoe schrijf je het meervoud van
mens
A
mensen
B
menzen

Slide 17 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
neef
A
neefen
B
nefen
C
neeven
D
neven

Slide 18 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
brief
A
briefen
B
brieven

Slide 19 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
advies
A
adviesen
B
adviezen

Slide 20 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
matroos
A
matroosen
B
matroozen
C
matrosen
D
matrozen

Slide 21 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
virus
A
virusen
B
virussen
C
viruzen
D
viruzzen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Hoe schrijf je het meervoud van
tante
A
tanten
B
tantes
C
tante's
D
tantes'

Slide 26 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
lolly
A
lollies
B
lollys
C
lolly's

Slide 27 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
baby
A
babies
B
baby's
C
babys

Slide 28 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
menu
A
menuus
B
menus
C
menu's
D
menuu's

Slide 29 - Quiz

Hoe schrijf je het meervoud van
menu
A
menuus
B
menus
C
menu's
D
menuu's

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Bedenk bij deze twee woorden en ander woord, dat op dezelfde manier een meervoud vormt:
druiven, bedrijven......

Slide 32 - Open question

Bedenk bij deze twee woorden en ander woord, dat op dezelfde manier een meervoud vormt:
huizen, laarzen.......

Slide 33 - Open question

Bedenk bij deze twee woorden en ander woord, dat op dezelfde manier een meervoud vormt:
schuren, kelen.....

Slide 34 - Open question

Zelf aan de slag
Wat?
Maken opdracht 10 van hst 22
Hoe?
Met pen in je schrift
Let op!
Schrijf op wat je weet, laat open als je het niet weet. Dan hoor je het zo van de docent
Hoeveel tijd?
5 minuten
Klaar?
Dan mag je nog extra maken vraag 11

Slide 35 - Slide

- ik heb gelezen in "De regels van drie"
- ik weet hoe je woorden in het meervoud schrijft 
Doel bereikt?

Slide 36 - Slide

Massaal                        met veel tegelijk 
de vondst                    iets wat je gevonden of bedacht hebt 
de roedel                     een groep herten, wolven of honden
aan banden leggen  ervoor zorgen dat iets verder niet gebeurt
de kraamafdeling      afdeling in een ziekenhuis waar baby's worden geboren
het virus                        zeer kleine ziekteverwekker
Woorden 

Slide 37 - Slide

Donderdag taken

Slide 38 - Slide

Pluspunten & kluspunten?

Voor jezelf
Voor de klas
Voor de docent

Slide 39 - Slide