Keuzedeel Leervaardigheden

De entreeopleiding
BASISDEEL: 
NL/ Rek/ Burgerschap/ Loopbaan (LOB)/ portfolio
PROFIELDEEL:
Theorie en Praktijk Dienstverlening / stage (BPV)
KEUZEDEEL:
Extra vak/ 240 uur/ zelfstandigheid
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De entreeopleiding
BASISDEEL: 
NL/ Rek/ Burgerschap/ Loopbaan (LOB)/ portfolio
PROFIELDEEL:
Theorie en Praktijk Dienstverlening / stage (BPV)
KEUZEDEEL:
Extra vak/ 240 uur/ zelfstandigheid

Slide 1 - Slide

Uitleg keuzedeel 

- Doel: Planmatig werken
  1.  Vaardigheden trainen
  2. Logboek - bijhouden wat je iedere week doet
- Doel: zelfstandig werken
  1. 240 uur verantwoorden
  2. Je houden aan je plan 
  3.  Eindverslag maken

Slide 2 - Slide

Verrijking leervaardigheden 

Onderdeel van je examenplan
Je sluit het keuzedeel af met een examen.
Inleveren: Logboek en verslag
 

Slide 3 - Slide

Wat gaan je doen? 
De komende maanden werken aan dit plan met jouw doel voor jouw leervaardigheid.
Dit moet je inleveren voor je examen.
Deze les ga je een leervaardigheid kiezen.

Slide 4 - Slide

Wat is een leervaardigheid?
Leren = is het krijgen van nieuwe kennis
of het aanpassen van bestaande kennis, gedrag en vaardigheden 
Vaardigheden 
Iedereen bezit bepaalde vaardigheden. Die geven aan waar iemand goed in is.  Vaardigheden zijn trainbaar, je kunt ze leren.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Voorbeelden van vaardigheden
  • Het maken van keuzes 
  • Overleggen  
  • Op tijd komen 
  • Netjes werken
  • Agenda bijhouden
  • Afspraken maken
  • Plannen 
  • Veilig werken

  • Goed lezen  
  • Concentreren 
  • Samenwerken 
  • Omgaan met feedback
  • Voorbereiden
  • Woorden leren 
  • Beter Nederlands spreken 
  • Beter Nederlands schrijven 

Slide 7 - Slide

Welke vaardigheid heb jij gekozen?

Slide 8 - Slide

Hoe kan je jouw vaardigheid vormgeven? 
Met... SMART !

Slide 9 - Slide

Doel opzetten volgens SMART
S  = Specifiek
M = Meetbaar
A  = Acceptabel
R  = Realistisch
T  = Tijdsgebonden

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Specifiek
Precies omschrijven wat je wilt bereiken

Voorbeeld;
Ik wil kampioen worden 
Beschrijf dan waarin je kampioen wilt worden? 
Kampioen hardlopen 

Slide 12 - Slide

Meetbaar
Dat je aangeeft wat je bereikt hebt als jouw doel gehaald is

Voorbeeld:
In ben in vier maanden kampioen hardlopen

Slide 13 - Slide

Acceptabel
Jouw voordelen om jouw doel te bereiken.

Voorbeeld
Ik weet dat mijn lichaam hardlopen aankan.

Slide 14 - Slide

Realistisch
Vertrouwen = dat je doel haalbaar is.
De inspanningen zijn aanvaardbaar
Realistisch = het moet kunnen
Wat niet kan is niet realistisch
5km is realistisch, een marathon niet. 

Slide 15 - Slide

Tijdsgebonden
Vertellen wanneer je doel moet bereikt zijn?

Voorbeeld
Ik wil in 4 maanden mijn doel hebben bereikt
Over 4 maanden ben ik hardloop kampioen.

Slide 16 - Slide

Het doel gaat in drie stappen
  1. Vooruitkijken
  2. Uitvoeren
  3. Terugkijken

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Opdracht
Bedenk nu jouw doel, wat je kan helpen voor je opleiding?
Wat wil je graag leren?
Wat wil je verbeteren?
Hoe wil je het doen? 


Slide 19 - Slide

Voorbeelden van vaardigheden
  • Het maken van keuzes 
  • Overleggen  
  • Op tijd komen 
  • Netjes werken
  • Agenda bijhouden
  • Afspraken maken
  • Plannen 
  • Veilig werken

  • Goed lezen  
  • Concentreren 
  • Samenwerken 
  • Omgaan met feedback
  • Voorbereiden
  • Woorden leren 
  • Beter Nederlands spreken 
  • Beter Nederlands schrijven 

Slide 20 - Slide