Schijf van 5 en voedingsstoffen

Schijf van 5 Herhaling
1 / 52
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Schijf van 5 Herhaling

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

Leerdoel
Je leert over voedingsmiddel  voedingsstoffen (herhaling)
 en over hoe je gezond eten kiest.

Je leert hoe voedsel kan bederven en hoe je dat voorkomt.
en leert over de schijf van 5

Slide 3 - Slide

Voedingsmiddel en voedingsstoffen

Voedingsmiddel = alles dat je eet en drinkt.
Voedingsstoffen = de stoffen die in het voedingsmiddel zitten.
Voedingsvezels = vezels voor je darmen, zodat je kan poepen.

Slide 4 - Slide

Voedingsmiddel
brood, vlees, bloemkool, appel, kaas, melk
 dus alles wat je koopt om op te eten.

Slide 5 - Slide

Voedingsstoffen

Slide 6 - Slide

Voedingstoffen
* Koolhydraten
* Vetten
* Eiwitten
* Water
* Mineralen
* Vitaminen

Slide 7 - Slide

Wat is geen voedingsstof?
A
Vetten
B
Brood
C
Eiwitten
D
Water

Slide 8 - Quiz

Noem 6 voedingsstoffen.
Tik je antwoord hier in

Slide 9 - Open question

3 soorten voedingsstoffen:
energierijke stoffen
suiker - zetmeel - vetten

bouwstoffen
eiwitten - mineralen - water

beschermende stoffen
vitaminen - mineralen

Slide 10 - Slide

Schijf van 5: Eet elke dag uit ieder vak!

Slide 11 - Slide

Schijf van 5. Hoe groter het vak hoe meer je ervan moet eten

Slide 12 - Slide

Quiz

Beantwoord de quiz vragen en ook de open vragen!
Bekijk de filmpjes die volgen helemaal.

Slide 13 - Slide

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Gezond leren eten
B
Middelen om voeding te maken
C
Alles wat we eten
D
Alles wat we eten en drinken

Slide 14 - Quiz

Welke voedingsstoffen zijn energierijke stoffen?
A
alle voedingsstoffen
B
koolhydraten
C
vetten
D
eiwitten

Slide 15 - Quiz

Waarom zijn de vakken voor
groente/ fruit en granen het grootste?
A
Omdat dit grote producten zijn
B
Omdat olie en vet klein en compact en duur is
C
Omdat je hiervan het meeste moet eten
D
Omdat die goedkoper zijn en vlees is duur

Slide 16 - Quiz

Waar zijn voedingsvezels belangrijk voor?
A
voor de smaak
B
voor het kauwen
C
voor de darmen
D
voor het slikken

Slide 17 - Quiz

Wat zijn de 3 belangrijkste invloeden voor je eetgewoonte?
A
voorkeur eten, plek waar je woont, geloof
B
voorkeur eten, plek waar je woont, ouders
C
ouders, geloof, man of vrouw
D
dik of dun, geloof, plek waar je woont

Slide 18 - Quiz

wat helpt je om gezond en gevarieerd te eten
A
schijf van vijf
B
de schijf van vier
C
de schijf van gezond eten
D
reclame spotje op tv

Slide 19 - Quiz

Welk deel van de schijf van 5 bevat vooral voedingsmiddelen die veel zetmeel bevatten?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quiz

Welke stoffen vallen onder bouwstoffen?
A
Vitaminen, mineralen, water
B
Eiwitten, mineralen, water
C
Suiker, mineralen, water
D
Zetmeel, mineralen, water

Slide 21 - Quiz

Voorbeelden van dierlijke voedingsmiddelen zijn
A
Melk, Boter, Mais
B
Melk, Kaas, Paprika
C
Boter, kaas, eieren
D
Vlees, Mais, Boter

Slide 22 - Quiz

Koolhydraten zijn vooral
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 23 - Quiz

Wat is de voornaamste bouwstof
van spieren?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Mineralen

Slide 24 - Quiz

Welk van de onderstaande vakken is het grootst in de schijf van vijf?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Groente/fruit
D
Vocht

Slide 25 - Quiz

Welke stof helpt bij de vertering, maar verteert zelf niet?
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsvezels
C
Vet
D
Suiker

Slide 26 - Quiz

Welke functies hebben de verschillende voedingsstoffen?
A
Bouwstof, brandstof en bewaarstof
B
Bouwstof, vuurstof, reservestof
C
Bouwstof, opsla-stof, reservestof
D
Bouw- en reservestof, beschermende stof,

Slide 27 - Quiz



Tot welk vak van de schijf van vijf
behoort spaghetti?

A
nr. 1
B
nr. 3
C
nr. 4
D
nr. 5

Slide 28 - Quiz

Waardoor bederft je eten?
Noem 2 redenen

Slide 29 - Mind map

0

Slide 30 - Video

Hoe snel groeien bacteriën?
filmpje...

Slide 31 - Slide

0

Slide 32 - Video

Hoe kun je Voedselbederf voorkomen?
Noem 2 dingen.

Slide 33 - Mind map

Hoe voorkom je voedselbederf?
  1. Voedsel verhitten: Steriliseren (+) of pasteuriseren (-)
  2. Koelen en vriezen
  3. Stoffen (conserveermiddel) toevoegen aan voedsel
  4. Voedsel bestralen met speciale straling
  5. Luchtdicht verpakken (Zuurstof buitengesloten-vacuum)
  6. Voedsel drogen


Slide 34 - Slide

Koelkast
De koelkast is een plek om voedsel te bewaren wat kan bederven.


Conserveringsmiddelen zijn ook een manier om ervoor te zorgen dat voedsel niet bederft.

Slide 35 - Slide

0

Slide 36 - Video


Voedselvergiftiging is een eetstoornis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

wat zorgt voor voedselbederf
A
schimmels
B
bacteriën en zuren
C
schimmels en bacteriën
D
schimmels en zuren

Slide 38 - Quiz

Hoe kan je voedselbederf herkennen? 3 manieren
A
ruiken
B
smaak
C
uiterlijk
D
als je er ziek van wordt

Slide 39 - Quiz

Wat moet je doen om voedselbederf te voorkomen?
2 zijn goed.
A
snel opeten
B
hygiënisch werken
C
in de aanbieding kopen
D
Bewaren op de juiste manier

Slide 40 - Quiz

Een voorbeeld van
kruisbesmetting is
A
Bacteriën in de vorm van een kruis
B
het besmetten van snijplanken
C
besmetting van rauw vlees naar sla via mes
D
voedselbederf

Slide 41 - Quiz

De eenheid om de hoeveelheid energie aan te geven is
A
meter
B
joule
C
calorie
D
gram

Slide 42 - Quiz

Wel
Niet
Moet WEL verteerd worden
Hoeft NIET verteerd te worden
Eiwit
Water
Zetmeel
Vetten
Glucose
Mineralen
Vitamine

Slide 43 - Drag question

Wanneer word je dikker van suiker?
A
Als je er teveel van binnenkrijgt. Het wordt dan als reservestof opgeslagen
B
Als je de suiker als brandstof gebruikt
C
Als je de suiker als bouwstof gebruikt
D
Je wordt altijd dikker van suiker als je dat eet

Slide 44 - Quiz


Wat is gezonder:

Gebakken aardappelen
of gekookte aardappelen
A
gebakken aardappelen
B
gekookte aardappelen
C
Patat is gezonder
D
Aardappelen zijn ongezond

Slide 45 - Quiz

Voedingsvezel
    Bouwstof
     Brandstof
  Reserve stof
  Beschermende 
             stof
          Geen   
  voedingsstof

Slide 46 - Drag question

Welke stof gebruiken we niet voor energie
A
koolhydraten
B
vetten
C
eiwitten
D
mineralen

Slide 47 - Quiz

Welke 2 stoffen gebruiken we als beschermstoffen?
A
Koolhydraten
B
vitamines
C
mineralen
D
vetten

Slide 48 - Quiz

Welke stoffen gebruiken we niet als bouwstof
A
koolhydraten
B
water
C
mineralen
D
eiwitten

Slide 49 - Quiz

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 50 - Mind map

Hoe heb je het gemaakt?
Tik hier je antwoord.

Slide 51 - Open question

Klaar met LessonUp vandaag.
Ik kijk het na en de score komt te staan bij dia 7.
Dat was nl. de eerste vraag.
Ga verder met je opdrachten op Magister.me
Veel succes!

Slide 52 - Slide