11.4: het hart

 Transport en afweer

1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 Transport en afweer

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag?

-Uitleg basisstof 11.4 
-Quizvragen
-Aan het werk




Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt de delen en functies van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen.
  • Je kent de werking van de kleppen van het hart.
  • je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 3 - Slide

Dubbele bloedsomloop
Rood
zuurstof
rijk






Blauw
zuurstof
arm

Slide 4 - Slide

Het hart 

Is een holle spier. Over het hart lopen aders en slagaders. 
Wie weet nog de namen van deze bloedvaten? 

Ligging:
In het midden, links achter borsteen

Grootte: als een vuist

Slide 5 - Slide

Het hart aan de buitenkant 

Slide 6 - Slide

Het hart aan de binnenkant

Slide 7 - Slide

Bloedstroom door het hart

Slide 8 - Slide

Werking hartkleppen
Werking halvemaanvormige kleppen
Kleppen

Slide 9 - Slide

Werking van het hart 
3 fases:
1. Samentrekken van boezems:
-Bloed uit holle ader en longader stroomt naar de boezems. 
-Als de boezems gevuld zijn, trekken ze tegelijk samen en het bloed stroomt van de boezem naar de kamer.



Slide 10 - Slide

Werking van het hart 
3 fases:
2. Samentrekken van hartkamers
-Kamers zijn gevuld met bloed en trekken tegelijk samen.
-Hartkleppen sluiten, halvemaanvormige kleppen gaan open. Bloed stroomt de Aorta en longslagader in.

Slide 11 - Slide

Werking van het hart 
3 fases:
3. Hartpauze
-Kamers en boezems zijn ontspannen
-Halvemaanvormige kleppen zijn dicht, hartkleppen open.
-Bloed stroomt in de boezems.

Slide 12 - Slide

Welke bloedsomloop begint in de linkerharthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop

Slide 13 - Quiz

Tot welke bloedsomloop hoort de aorta?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 14 - Quiz

De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt

Slide 15 - Quiz

Gaan slagaders (met een slag) van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe

Slide 16 - Quiz

3. Hart-> maag-> hart
dit is de....
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Dubbele bloedsomloop

Slide 17 - Quiz

Je hart is een...
A
spier
B
orgaan
C
orgaanstelsel
D
weefsel

Slide 18 - Quiz


Bekijk de afbeelding van het hart.
Welke helft bevat zuurstofrijk bloed?
A
Linkerharthelft
B
Rechterharthelft

Slide 19 - Quiz

Gaan slagaders van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe

Slide 20 - Quiz


Bekijk de afbeelding van het hart.
Welke helft bevat koolstofdioxide
rijk bloed?
A
Linkerharthelft
B
Rechterharthelft

Slide 21 - Quiz

Hart
A
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de aorta
B
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longader
C
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de holle ader
D
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longslagader

Slide 22 - Quiz

Het hart pompt bloed door ons lichaam. Toch heeft het hart zelf ook bloed nodig. Hoe heten de bloedvaten die het hart van zuurstofrijk bloed voorzien?
A
Holle ader
B
Kransader
C
Kransslagader
D
Longader

Slide 23 - Quiz

Het hart heeft...
A
1 klep
B
2 kleppen
C
3 kleppen
D
4 kleppen

Slide 24 - Quiz


Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Waar bevindt zich zuurstofarm bloed?
A
1
B
2
C
4

Slide 25 - Quiz

Hart-longen-hart is de.............?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 26 - Quiz

In welk onderdeel van het hart gaat bloed het hart uit?
A
Boezems
B
Kamers

Slide 27 - Quiz

Gaan aderen van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe

Slide 28 - Quiz


Bekijk de afbeelding van het hart.
Welke helft pompt het bloed naar de 
aorta?
A
Linkerharthelft
B
Rechterharthelft

Slide 29 - Quiz

De wand van de linkerboezem van het hart is dikker dan de wand van de rechterkamer van het hart.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz


Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Waar bevindt zich zuurstofarm bloed?
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 31 - Quiz

In welk deel van het hart, stroomt zuurstofrijk bloed het hart in?
A
Linkerkamer
B
Rechterkamer
C
Linkerboezem
D
Rechterboezem

Slide 32 - Quiz

Wat is de functie van het hart
A
In leven blijven
B
Bloed door het lichaam pompen
C
Het bloed zuiveren
D
zuurstof in het bloed brengen

Slide 33 - Quiz

Welke letter is de haarvat en welke een ader?
A
P: Haarvat R: Ader
B
P:Ader Q: Haarvat
C
R: slagader Q: Haarvat
D
Q: Ader p:Haarvat

Slide 34 - Quiz

Het bloedvatenstelsel is:
A
De weg die het bloed door het lichaam aflegt.
B
Het hart en alle bloedvaten in het lichaam

Slide 35 - Quiz

Wat is de taak van het bloedvatenstelsel?
A
Het vervoeren van stoffen
B
Ademhalen
C
Stevigheid geven
D
Het verteren van je eten

Slide 36 - Quiz

Aan het (huis)werk

Lees: 11.4
Maak: basisstof 11.4 Opdracht 1, 2, 3, 5 ,6+ 9
Oefen: biologiepagina.nl/Oefeningen/Hart/hartonderdelen. (OORTJES)
Leer: Leer de onderdelen van het hart
              







Slide 37 - Slide