1.10 Media en onderzoek 2

V2b, vri 21 februari  
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

V2b, vri 21 februari  

Slide 1 - Slide

Lesopbouw
Lesdoelen
Opdracht
Keuzewerktijd
Terugkomen op de lesdoelen

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:

Kun je assonantie herkennen en alliteratie herkennen in een gedicht  

Heb je een start gemaakt voor het leerwerk voor de pww

Slide 3 - Slide

Opdracht 
Vul de opdracht in
-Klaar? Ga verder met de voorbereiding voor je boekenvlog (opdracht staat in magister bij het huiswerk)
-Leren voor de toetsweek: paragraaf 3.1, 3.2, 3.3, 3.5 en 3.9
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Opdracht 
1. Schrijf de woorden op die onder assonantie vallen
2. Schrijf de woorden op die onder alliteratie vallen

Klaar? 
-Start met leren voor de PWW
-Ga verder met je voorbereiding voor de boekenvlog
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Opdracht 
Vul de opdracht in
-Klaar? Ga verder met de voorbereiding voor je boekenvlog (opdracht staat in magister bij het huiswerk)
-Leren voor de toetsweek: paragraaf 3.1, 3.2, 3.3, 3.5 en 3.9
timer
10:00

Slide 6 - Slide

3.2 Assonantie 

-Als de beklemtoonde klinkers (a, e, i, o en u)  in een versregel 
gelijk zijn noemen we dit assonantie
Een ander woord voor assonantie is klinkerrijm

Bijvoorbeeld van assonantie in één versregel: 
In de schitterende lichten glimt haar lieve vlammende pracht.






Slide 7 - Slide

3.2 Assonantie 

-Als de beklemtoonde klinkers (a, e, i, o en u)  in een versregel 
gelijk zijn noemen we dit assonantie
Een ander woord voor assonantie is klinkerrijm

Bijvoorbeeld van assonantie in één versregel: 
In de schitterende lichten glimt haar lieve vlammende pracht.






Slide 8 - Slide

3.2 Assonantie 



Bijvoorbeeld van assonantie aan het eind van een versregel:

De gevlamde tulp bloeit in de aard,
haar kleuren stralen vurig en vaard.
Op schilderijen blinkt haar schoonheid feer,
een schat begeerd, maar vluchtig en weer.







Slide 9 - Slide

3.2 Assonantie 



Bijvoorbeeld van assonantie aan het eind van een versregel:

De gevlamde tulp bloeit in de aard,
haar kleuren stralen vurig en vaard.
Op schilderijen blinkt haar schoonheid feer,
een schat begeerd, maar vluchtig en weer.







Slide 10 - Slide

3.2 Alliteratie

Als woorden in versregels met dezelfde medeklinkers beginnen, 
noemen we dit alliteratie

Bijvoorbeeld: 

Tulpen tooien trots ter aarde rij





Slide 11 - Slide

3.2 Alliteratie

Als woorden in versregels met dezelfde medeklinkers beginnen, 
noemen we dit alliteratie

Bijvoorbeeld: 

Tulpen tooien trots ter aarde rij





Slide 12 - Slide

Keuzewerktijd
-Voorbereiding voor je boekenvlog 
-Huiswerk
-Leren voor de proefwerkweek 3.1, 3.2, 3.3, 3.5 en 3.9

Slide 13 - Slide

Assonantie of alliteratie:
Stralend in geel, rood en paars zo feer,
doet hun glorie in het licht veel eer.

A
Assonantie (in de regel)
B
Assonantie (aan het eind van versregel)
C
Alliteratie
D
Alliteratie (aan het eind van versregel)

Slide 14 - Quiz

Assonantie of alliteratie:

Tijdelijke tulpen tegelijk op een rij
A
Assonantie (in de regel)
B
Assonantie (aan het eind van versregel)
C
Alliteratie
D
Alliteratie (aan het eind van versregel)

Slide 15 - Quiz

Terugkomen op de lesdoelen

Slide 16 - Slide

Leg uit wat assonantie is en geef een voorbeeld

Slide 17 - Open question

Leg uit wat alliteratie is en geef een voorbeeld

Slide 18 - Open question