1. Mijn haar zit op mijn ................
2. Mijn heup zit boven mijn .................
3. Ik heb .................. vingers aan mijn hand.
4. Ik heb ........ handen.
5. Ik luister met mijn .............
6. Ik kijk met mijn ...................
7. Mijn ............. zitten boven mijn ogen.