This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Lezen
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Leesvaardigheid blok 5
Objectief/subjectief/argument
Komende toetsen:
13 mei leestoets A
20 mei leestoets B
10 juni toets zakelijke e-mail
Doel van deze les: Je weet wanneer een tekst objectief of subjectief is. Je kunt je mening met argumenten onderbouwen.
Slide 2 - Slide
Feiten of meningen?
Kamelen hebben 3 oogleden om hun ogen te beschermen tegen opstuivend zand.
Om 12 uur gaan slapen, is echt te laat.
Aanstekers zijn eerder uitgevonden dan lucifers.
"De zonnebloemen" is het bekendste werk van Vincent van Gogh
"De amandelbloesem" was zijn beste werk.
Slide 3 - Slide
Tekstsoorten: welke zijn subjectief en welke zijn objectief?
Betogende tekst?
Beschouwende tekst?
Activerende tekst?
Informerende tekst?
Uiteenzettende tekst?
Amuserende tekst?
Slide 4 - Slide
Je krijgt zo een filmpje te zien.
Noteer de hoofdzaken van de inhoud.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Was dit filmpje objectief of subjectief?
Hoe weet je dat?
Slide 7 - Slide
Een schrijver gebruikt argumenten om zijn/haar/hun mening te onderbouwen
Als je het ergens niet mee eens bent kun je tegenargumenten gebruiken
Voorbeeld: Het opbergen van mobiele telefoons in kluisjes vind ik geen goed idee (mening), want leerlingen moeten zelf de verantwoordelijkheid nemen (tegenargument).
Slide 8 - Slide
Schrijf nu een (korte) subjectieve tekst over de inhoud van het filmpje. Geeft daarbij 2 argumenten die je mening ondersteunen.