lezen blok 5 feiten mening en woordsoorten

Lezen
timer
10:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Leesvaardigheid blok 4
  • nakijken huiswerk
Leesvaardigheid blok 5
  • uitleg objectief/subjectief
Grammatica blok 3
  • opdracht met woordsoorten

Doel van de les: Je weet het verschil tussen objectieve en subjectieve teksten. Je kunt verschillende woordsoorten benoemen.

Slide 2 - Slide

Nakijken opdr 47, blz 199

Slide 3 - Slide

Objectief & subjectief

Slide 4 - Slide

Waarom moet je leren om het verschil te kennen tussen feiten en meningen?

Slide 5 - Slide

Tekstsoorten: welke zijn subjectief en welke zijn objectief?
Betogende tekst?
Beschouwende tekst?
Activerende tekst?
Informerende tekst?
Uiteenzettende tekst?
Amuserende tekst?

Slide 6 - Slide

Feiten of meningen?
  1. Flamingo’s krijgen hun kleur van carotenoïde kleurstoffen in hun eten, zoals algen en garnalen.
  2. Mascara van L'oréal Paris is de beste mascara.
  3. Kamelen hebben 3 oogleden om hun ogen te beschermen tegen opstuivend zand.
  4. Om 12 uur gaan slapen, is echt te laat.
  5. Aanstekers zijn eerder uitgevonden dan lucifers.

Probeer eens ‘’ik vind (dat)’’ voor de zinnen te zetten.


Slide 7 - Slide

Tekstsoorten: welke zijn subjectief en welke zijn objectief?
Betogende tekst? → subjectief
Beschouwende tekst? → subjectief
Activerende tekst? → subjectief (meestal)
Informerende tekst? → objectief
Uiteenzettende tekst? → objectief


Slide 8 - Slide

Let op!
In een objectieve tekst, dus een tekst met feiten en zonder mening van de schrijver, kan wél een mening zitten!
 
‘’Volgens de Frans journalist waren de omstandigheden in Parijs enorm zwaar’’

Wat doet de schrijver hier? Is dit een feit of een mening? Van wie is de mening? Wie beschrijft het feit?


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video