MOD 3 - Lj 1 - P2 - lw 2 pt2

5.5 t/m 5.8 Clienten met persoonlijkheidsstoornis, hechtingsstoornis, verzamelstoornis en eetstoornis
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Module 3MBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 270 min

Items in this lesson

5.5 t/m 5.8 Clienten met persoonlijkheidsstoornis, hechtingsstoornis, verzamelstoornis en eetstoornis

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Voor we verder gaan...
> Waar stonden de 5Gs voor?Zoek op op de websites van:
  • Wij Zijn Mind
  • Psychologenpraktijk Eos

>> Maak in tweetallen opdracht 4 en 5

Slide 3 - Slide

5G Schema
> Gebeurtenis
Wat is er gebeurd?

> Gedachten
Waar heb je zoal aan gedacht?

> Gevoel
Wat heb je gevoeld?

Slide 4 - Slide

Voor volgende lesweek:
Voorbereiding praktijk opdracht
Thuis lees door:
> p. 66 t/m 76

Overal waar docent/werkplekbegeleider staat, doe je dit met een buddy (die kies je zelf uit)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Onveilige hechting
  •  Verbondenheid = hechting
  • Vanaf de geboorte is de hechting belangrijk
  •  Affectie, zoals knuffelen en liefde geven belangrijk in de jonge kinderjaren
  •  Onveilige hechting > adoptie/pleegkinderen, kinderen met ouders met trauma’s/mishandeling, bij armoede/migratie/slechte woonomstandigheden, kinderen met een verstandelijke beperking & kinderen die ongewenst zijn.


Twee soorten onveilige hechting

Slide 7 - Slide

Vermijdende hechting
  • Geen vertrouwen in beschikbaarheid van een ouder
  • Reageert niet/nauwelijks wanneer ouder/verzorger terug komt
  • Hebben wel goed contact met andere
  • Onderdrukken angst
  • Willen zelfstandig zijn ( > door te vaak afgewezen te zijn/verwaarloosd te zijn)

Slide 8 - Slide

Ambivalente hechting
  • Onzeker over beschikbaarheid van ouder
  •  Zoekt claimend contact
  • Tegenstrijdig gedrag (zelfstandig, maar toch veel contact willen zoeken)
  • Gedrag verergerd wanneer ze niet op het juiste moment aandacht krijgen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Maslow
Hechting valt onder de basispiramide om een kind/volwassenen zich goed te laten ontwikkelen/groeien!

Wanneer?
Vanaf de geboorte de eerste 5 jaar
geen veilige hechting gehad
Studie, creativiteit, probleem oplossen, ethiek, onbevooroordeeldheid, jezelf kunnen zijn, zelfbewustzijn
Status, prestige, achting, succes, zelfwaardering, respect van en voor andere
Liefde, vriendschap, erbij horen, genegenheid, bescherming
Veiligheid, orde, stabiliteit, gezondheid, bescherming
Ademen, eten, drinken, sex, slaap, ontspanning, beweging

Slide 11 - Slide

Twee soorten hechtingsstoornissen
Geremde type
  • Overdreven waakzaam.
  • Reageert afwijzend op sociaal contact.
  • Teruggetrokken en lusteloos.
  • Apathisch, onzeker en huilt niet.
  • Het kind speelt mee zonder plezier.
  • Lijkt op ASS. Daarom moet ASS eerst uitgesloten zijn voordat een kind getest wordt op een hechtingsstoornis.

Slide 12 - Slide

Twee soorten hechtingsstoornissen
Ontremde type
  • Zoekt veel contact, is een allemansvriend.
  • Is niet in staat om relaties in stand te houden.
  • Grensoverschrijdend gedrag.
  • Snel gefrustreerd.
  • Laat zich niet troosten.
  • Leert weinig uit ervaringen.
  • Is egocentrisch, er is weinig wederkerigheid.
  • Druk, impulsief en ongeconcentreerd.
  • Lijkt op ADHD. Daarom moet ADHD eerst uitgesloten zijn voordat een kind getest wordt op een hechtingsstoornis
En bij volwassenheid?
  • Invloed op sociaal-emotioneel aspect
  • Kan eventueel leiden tot een persoonlijkheidsstoornis

Slide 13 - Slide

Kenmerken gedrag
  • Druk en chaotisch.
  • Snel boos en/of agressief.
  • Aangepast gedrag.
  • Twee gezichten: thuis anders dan op school.
  • Erg lichamelijk aanhankelijk.
  • Teruggetrokken.
  • Oppervlakkig contact.
  • Gespannen, nerveuze indruk.
  • Manipuleren binnen relaties.
  • Aantrekken en afstoten van andere kinderen.
  • Weinig vaste relaties, veel vluchtige contacten.
  • Wantrouwen naar volwassenen.
  • Problemen met het aanvaarden van gezag

Slide 14 - Slide

Kenmerken leren
  • Rekenproblemen.
  • Beperkt inzicht in oorzaak en gevolg.
  • Concentratieproblemen.
  • Weinig belangstelling voor leren, de school en de toekomst.
  • Wisselende of geringe motivatie.
  • Faalangst.
  • Gaat niet zuinig om met materiaal.
  • Moeite met plannen en tijdsverloop.

Slide 15 - Slide

Herstel?
Voor het 6e levensjaar: goed mogelijk

Na het 6e levensjaar: steeds lastiger

Slide 16 - Slide

Alertheid & tips bij het begeleiden
Voor het 6e levensjaar: goed mogelijk

Na het 6e levensjaar: steeds lastiger
In tweetallen/drietallen
Bereid een presentatie voor waarin je bespreekt waar je alert op moet zijn om hechtingsproblematiek te herkennen. Bespreek ook in je presentatie tips voor de begeleiding

> Lever in via Teams; volgende les starten we met een aantal presentaties

Slide 17 - Slide

Dus! Drie opdrachten...
  • Volgende les: presentatie over kenmerken/tips van hechtingsproblematiek
  •  Opdracht 4 en 5 (werkboek p. 36-37)
  • Lees de praktijk opdracht door (volgende lesweek) - p. 66 t/m 76

Slide 18 - Slide