This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Vaste tekststructuren
Slide 1 - Slide
Eindexamen 2019
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Een tekst is gebaseerd op de argumentatiestructuur. Wat staat er in de inleiding?
Slide 11 - Open question
Een tekst is gebaseerd op de probleem/oplossingstructuur. Wat staat er in het slot?
Slide 12 - Open question
Een tekst is gebaseerd op de aspectenstructuur. Wat is het schrijfdoel?
Slide 13 - Open question
Welke structuren ken je nu?
Slide 14 - Mind map
Wederom, een korte check
Je krijgt zo drie situaties voorgeschoteld. Welke tekststructuur past bij de beschreven situatie?
Nota bene: tekststructuren passen dus niet alleen bij geschreven teksten, maar ook bij gesprekken!
Slide 15 - Slide
Stel: je hebt slecht kunnen leren voor de toetsweek en nu heb je vier onvoldoendes. Je praat hierover met je mentor. Welke structuur kies je voor dat gesprek?
A
aspectenstructuur
B
argumentatiestructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
probleem-oplossingsstructuur
Slide 16 - Quiz
Stel: je hebt in de toetsweek vijf achten gehaald, nice! Je mentor komt even met je kletsen en wil graag weten wat jij zo goed hebt gedaan. Welke tekststructuur verwacht je in dat gesprek?
A
argumentatiestructuur
B
voor-nadelenstructuur
C
verklaringsstructuur
D
verleden-heden-toekomststructuur
Slide 17 - Quiz
Stel: je hebt van klasgenoten gehoord dat de docent van natuurkunde echt geweldig is. Nu wil jij ook natuurkunde in je pakket! Je twijfelt nog wel, want je overziet het niet allemaal. Welke structuur past bij een gesprek over deze kwestie?