- inhoud:
diepgang, helderheid, eigen mening, nieuwswaarde, originaliteit,
overtuigingskracht,voorbereiding, gebruik bronnen.
- structuur:
inleiding – middenstuk – slot; gebruik van signaalwoorden, verbanden
- presentatie:
verstaanbaarheid (uitspraak, intonatie, volume, tempo),
taalgebruik (zinsbouw, woordkeus, stopwoorden, helderheid)
spreekgedrag (oogcontact, houding, gebruik van aantekeningen,
enthousiasme pauzes, uiterlijke rust, natuurlijkheid).