What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
samengesteld/enkelvoudig + voegwoorden (nevenschikkend en onderschikkend)
Doelen
Je kent de voegwoorden.
Nevenschikkende en onderschikkende.
Je weet het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Doelen
Je kent de voegwoorden.
Nevenschikkende en onderschikkende.
Je weet het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin
Slide 1 - Slide
Het wordt vandaag mooi weer. We gaan naar het strand.
Vraag? Hoeveel zinnen staan hier?
Slide 2 - Slide
Vraag? Staat hier één of staan hier twee zinnen?
Het wordt vandaag mooi weer,
dus
we gaan naar het strand.
Slide 3 - Slide
Enkelvoudige
zin
Zin met
één
persoonsvorm
Samengestelde
zin
Zin met
twee of meer
persoonsvormen
Slide 4 - Slide
Voorbeeld
enkelvoudige zin
Het
wordt
slecht weer vandaag.
Ik
ga
vandaag naar de Action.
Hij
kijkt
veel naar Star Wars.
Slide 5 - Slide
Voorbeeld
samengestelde zin
Toen de zomervakantie dichterbij
kwam
,
werden
de leerlingen minder gemotiveerd.
Hij
kijkt
veel naar Star Wars en
schrijft
daar over op zijn website.
Slide 6 - Slide
Drie studerende kinderen kunnen een flinke kostenpost worden voor ouders.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 7 - Quiz
Ik zou vandaag best in bed willen blijven.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 8 - Quiz
Als je nu naar huis gaat, regen je flink nat.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 9 - Quiz
Wil je liever naar Duitsland of wil je liever naar Oostenrijk?
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 10 - Quiz
Mijn moeder vraagt of je vanavond wilt blijven eten.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin
Slide 11 - Quiz
Verbinden zinnen, ze metselen twee zinnen aan elkaar.
voegwoorden
Slide 12 - Slide
Voegwoorden
Twee enkelvoudige zinnen worden in een samengestelde zin vaak met elkaar verbonden door een
voegwoord
.
Voorbeelden
voegwoorden
:
en, maar, of, want, dus, omdat, terwijl, zodat, nadat, als, toen
Eerst een filmpje en dan aan de slag!
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Maak een samengestelde zin met het voegwoord 'want'
Slide 15 - Open question
Maak een samengestelde zin met het voegwoord 'als'
Slide 16 - Open question
Neven- en onderschikkend
Nevenschikkende voegwoorden
(
want, of, dus , en, maar
) verbinden twee woorden, twee woordgroepen of
twee hoofdzinnen
.
Onderschikkende voegwoorden (
of, tenzij, dus, als, hoewel, aangezien, omdat, voordat, zodra,...
)
verbinden
bijzinnen met hoofdzinnen.
Slide 17 - Slide
Voegwoorden blz. 38 opdr. 14,15 en 16
- nevenschikkende voegwoorden
- onderschikkende voegwoorden
eerst zelf aan de slag en daarna komt de hulp!
timer
0:10
Slide 18 - Slide
Nevenschikking voegwoorden
hoofdzin/hoofdzin
Hij gaat werken of hij gaat zwemmen
voorbeelden:
want, of, dus, en, maar
(WODEM)
Onderschikking voegwoorden
hoofdzin/bijzin
bijzin/hoofdzin
Ik weet niet zeker of het morgen gaat regenen
voorbeelden:
of, tenzij, dus, als, hoewel, aangezien, omdat, voordat, zodra,...
Slide 19 - Slide
Wat is een onderschikking?
Onderschikkend voegwoord
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Bijzin + hoofdzin
D
Bijzin + bijzin
Slide 20 - Quiz
Een onderschikkend voegwoord...
A
is een voegwoord dat twee gelijke delen aan elkaar voegt.
B
is een voegwoord dat twee ongelijke delen aan elkaar voegt.
Slide 21 - Quiz
Een nevenschikkend voegwoord...
A
is een voegwoord dat twee gelijke delen aan elkaar voegt.
B
is een voegwoord dat twee ongelijke delen aan elkaar voegt.
Slide 22 - Quiz
Nevenschikkend voegwoord
Nevenschikkende voegwoorden kun je uit je hoofd leren!
dus, en, maar, of, want
Slide 23 - Slide
Welke vier voegwoorden heb je geleerd voor: HZ +HZ
Slide 24 - Open question
Welke voegwoorden ken je allemaal?
Slide 25 - Open question
Sleep de 2 persoonsvormen en het voegwoord naar de zwarte vakken. Let op: je hoeft niet alle woorden te verslepen. Druk op 'klaar' als je klaar bent.
Persoonsvormen:
Voegwoord
In de stortregen
zoeken
de scholieren
een bushokje
zodat
ze
kunnen
schuilen.
Slide 26 - Drag question
nevenschikkend voegwoord
onderschikkend voegwoord
Anna wast thuis haar handen, nadat ze in de supermarkt is geweest.
Slide 27 - Drag question
Waar
Niet waar
Onderschikkende voegwoorden verbinden gelijkwaardige zinnen.
Slide 28 - Drag question
Sleep de persoonsvormen en het voegwoord naar de zwarte vakken. Let op: je hoeft niet alle woorden te verslepen. Druk op 'klaar' als je klaar bent.
Persoonsvormen:
Voegwoord
John
kan
niet meer
pinnen
want
hij
is
zijn pincode
vergeten.
Slide 29 - Drag question
nevenschikkend voegwoord
onderschikkend voegwoord
Peter mag niet naar buiten, want hij heeft koorts en moet erg hoesten.
Slide 30 - Drag question
Zijn de voegwoorden nevenschikkend of onderschikkend?
nevenschikkende voegwoorden
onderschikkende voegwoorden
en
terwijl
maar
doordat
dus
als
toen
want
hoewel
omdat
Slide 31 - Drag question
Kenmerken
hoofdzin
Kenmerken
bijzin
pv + ow staan naast elkaar
pv + ow zijn gescheiden
verbonden door
onder
schikkend voegwoord
zin begint met
neven
schikkend voegwoord
zin kun je vaak
wel
zelfstandig gebruiken
zin kun je vaak
niet
zelfstandig gebruiken
Slide 32 - Drag question
Nevenschikkend voegwoord
Onderschikkend voegwoord
Maar
Omdat
Want
Of
Terwijl
En
Daarom
Mits
Slide 33 - Drag question
Maken opdr. 14,15 en 16 blz. 38.39 en 40
+
leren theorie blz. 39
Huiswerk voor donderdag 17 oktober
Slide 34 - Slide
More lessons like this
les 7: voegwoorden
March 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
voegwoorden nevensch.ondersch. opdr 10+ 11
April 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Voegwoorden
April 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica H4: Voegwoorden
October 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Voegwoorden
February 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Voegwoorden
September 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Herhaling woordsoorten
March 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica les 2
May 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3