introductie GMK

introductie GMK
periode 1
geneesmiddelenkennis
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeneesmiddelenkennisMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

introductie GMK
periode 1
geneesmiddelenkennis

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

wat ga ik leren bij GMK?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Farmacotherapie
De behandeling van ziektes met behulp van medicijen

Slide 5 - Slide

presentaties
Week 4 en 5 
Toedieningsvormen
Groepjes van 2 personen


Slide 6 - Slide

onderwerpen
lokale toediening:
  • zalven en crèmes
  • inhalaties
  • oogdruppels/oordruppels
  • neusdruppels/gorgeldrank
  • vaginaal tabletten

Slide 7 - Slide

onderwerpen
systemische doeningen:
  • orale medicatie
  • rectale medicatie
  • parenterale medicatie

Slide 8 - Slide

inhoud van de presentatie
werking van het geneesmiddel
bijwerkingen 
hoe wordt het medicijn opgenomen, omgezet en uitgescheiden
dosering
voorbeelden van namen en afbeeldingen

Slide 9 - Slide

Wat is een geneesmiddel?

Slide 10 - Open question

geneesmiddel
Geneesmiddelenwet: Stoffen die bestemd zijn voor:
1. het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens,

2. het stellen van een geneeskundige diagnose bij de mens
3. het herstellen, verbeteren of anderszins wijzigen van het functioneren van organen
Bedenk bij alle drie een voorbeeld (volgende slide)

Slide 11 - Slide

Bedenk bij alle 3 een voorbeeld

Slide 12 - Open question

voorbeelden
1. middelen met een therapeutische (genezende) werking - bijvoorbeeld een antibioticum, middelen met een profylactische (preventieve) werking - bijvoorbeeld een antimalariamiddel.
2. middelen die dienen om een diagnose te stellen - bijvoorbeeld oogdruppels die door de oogarts tijdens spreekuur worden gebruikt.
3. middelen die dienen om fysiologische functies bij de mens te herstellen, verbeteren of wijzigen - bijvoorbeeld een middel dat bij suikerziekte wordt gebruikt, bij een te hoog cholesterol of tegen te hoge bloeddruk.

Slide 13 - Slide

een geneesmiddel geneest altijd
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Waarom is geneesmiddelenkennis zo belangrijk voor doktersassistente?

Slide 15 - Open question

belang van medicatiekennis
Medicatiebeheer
voorlichting aan patiënten
herkennen van bijwerking
medicatie en interacties


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Zelfzorg of uitsluitend recept
UR-geneesmiddel: uitsluitend op recept​​
UA-geneesmiddel: uitsluitend apotheek​
UAD-geneesmiddel: uitsluitend apotheek of onder toezicht van een drogistmedewerker​​
AV-geneesmiddel: algemeen verkrijgbaar ​

Zelfzorgmiddelen = OTC​








Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

huiswerk
Lezen 
Geneesmiddelenkennis voor doktersassistenten
H1.2  1.3  2.1 en 2.2

Slide 24 - Slide

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll