Baas van Nederland

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-4

Bekijk de filmpjes en beantwoord de vragen

01:03

Bobby start bij het paleis. Wie werkt er in het paleis?

01:56

Ministers mogen de plannen voor Nederland maken. Een minister is de baas van een ministerie. Zij
gaan over een onderwerp. Noem 2 ministeries:

01:56

Wie werkt er in het Torentje? En wat is zijn functie?

1. Geert Wilders. Minister van Buitenlandse Zaken
2. Mark Rutte. Minister van Binnenlandse Zaken
3. Mark Rutte. Minister President
4. Geert Wilders. Minister President.

02:48

Welk Ministerie gaat over scholen?

1. Ministerie van Onderwijs
2. Ministerie van Financiën
3. Ministerie van defensie
4. Ministerie van Algemene Zaken

02:48

Welk Ministerie verdeeld geld in Nederland?

1. Ministerie van Onderwijs
2. Ministerie van Financiën
3. Minister van Algemene Zaken
4. Minster van Buitenlandse Zaken

03:53

In de Tweede Kamer zitten 150 Kamerleden. In de Eerste Kamer zitten 75 Kamerleden.
Ze stemmen namens alle Nederlanders. Daarom noemen we ze ......................vertegenwoordigers. Vul het goede woord in.

De kamerbewaarder brengt Bobby op het einde naar de spiegel, omdat:

Dus: Wie is de baas in Nederland?

https:

Wat betekent Democratie?

1. Dat de koning de baas is
2. Dat minister president Rutte de baas is
3. Dat de 2e kamer de baas is
4. Dat het volk de baas is

Het woord democratie komt uit het Hebreeuws

1. waar
2. niet waar

Het woord demos betekent

1. Volk
2. Partij
3. Stemrecht
4. Persoon

Waarom zijn er regels nodig voor verkiezingen?

1. Omdat Nederland een klein land is
2. Omdat er veel mensen in Nederland wonen
3. Wij zijn dol op regels
4. Omdat wij er anders niets van snappen

De verkiezingen worden om de 6 jaar gehouden.

1. waar
2. niet waar

Wanneer mag je stemmen?

1. Als je 17 jaar of ouder bent en in Nederland woont
2. Als je 18 jaar of ouder bent en in Nederland woont
3. Als je 18 jaar of ouder bent en een Nederlander bent
4. Als je 21 jaar of ouder bent en een Nederlander bent

Alleen de burgers moeten zich houden aan de Grondwet

1. waar
2. niet waar

In de Grondwet staat geschreven dat

1. Iedereen gelijk is
2. Dat je iedereen moet respecteren
3. Dat je alles mag zeggen wat je wilt
4. Dat alleen mannen mogen stemmen

Vrijheid van meningsuiting betekent dat je alles mag zeggen!

1. waar
2. niet waar

Het tegenovergestelde van democratie heet dictatuur

1. waar
2. niet waar

Iedereen kan in Nederland een politieke partij beginnen

1. waar
2. niet waar

Om te regeren heb je als partij meer dan .....zetels nodig

1. 75
2. 76
3. 74
4. 73

Wat is een kabinet?

1. De mensen die regeren
2. de mensen in de 2e kamer
3. de mensen in de 1e kamer
4. de mensen van Nederland

Mensen in een kabinet kunnen zomaar alles zelf beslissen

1. waar
2. niet waar

De kamervoorzitter zorgt ervoor dat iedereen zonder ruzie met elkaar kan praten.

1. waar
2. niet waar

Wat is de goede volgorde om een nieuwe wet (plan) te maken

1. plan maken - vergaderen - stemmen
2. vergaderen -plan maken - stemmen
3. stemmen - plan maken - stemmen