Thema 6

6.3 Bevruchting
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

6.3 Bevruchting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelstelling 6.3 Bevruchting
  •  Beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.


  • De veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.
 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
als eicellen op de stempel terecht komen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn kenmerken van insectenbloemen?
A
kroonbladeren fel gekleurd
B
stempel groot
C
meeldraden buiten de bloem
D
ze ruiken lekker

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hebben windbloemen veel of weinig stuifmeel?
A
weinig
B
veel

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

6.3 Bevruchting
Het versmelten van de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vrouwelijke geslachtsorgaan
Afbeeldingsresultaat voor vruchtbeginsel
Herhaling b1
blz. 166,167

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Link

This item has no instructions

 Bevruchting
Voor bevruchting is eerst bestuiving nodig. Er is een stuifmeelkorrel van dezelfde plantensoort op de stempel. 

Uit elke stuifmeelkorrel groeit een stuifmeelbuis (pollenbuis) met kern door de stijl naar het vruchtbeginsel. 
Hier zie je één stuifmeelbuis.

In het vruchtbeginsel kan de bevruchting plaatsvinden.

Bestuiving: Stuifmeelkorrel komt op de stempel (een deel van de stamper). Het is een stuifmeelkorrel van eenzelfde plantensoort.
1
Kern bevindt zich in de top van de stuifmeelbuis
2
Stuifmeelbuis met kern op weg naar één zaadbeginsel
Zaadbeginsels liggen in het vruchtbeginsel
3
In elk zaadbeginsel bevindt zich een eicel.
De stuifmeelbuis met kern is bijna aangekomen bij één zaadbeginsel.  
Na bestuiving kunnen er meerdere stuifmeelbuizen richting het vruchtbeginsel groeien.
4

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bevruchting
De buis gaat door de stijl naar een zaadbeginsel. Als de buis daar aankomt knapt de top open zodat de kern van de stuifmeelkorrel de eicel kan binnendringen. 

Bevruchting:
De kern van de mannelijke geslachtscel smelt samen met de kern van de vrouwelijke geslachtscel. Er is een eicel die bevrucht is.
De bevruchte eicel noem je een zygote.
Opening in de zaadhuid met vlakbij de eicel (vrouwelijke geslachtscel) met daarin een kern. De top van de stuifmeelbuis knapt open. De kern van de stuifmeelkorrel dringt de eicel binnen en smelt samen met de eicel. Dat is bevruchting. Er is nu een bevruchte eicel ontstaan. Deze noem je een zygote.
1
Pollenbuis met de kern van de stuifmeelkorrel (mannelijke geslachtscel) groeit door de stijl naar een zaadbeginsel met daarin een eicel (vrouwelijke geslachtscel).
1

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zaadbeginsel
In het zaadbeginsel bevindt zich de eicel (vrouwelijke geslachtscel). 
De eicel ligt vlakbij de opening in de zaadhuid. 

Na de bevruchting groeit het zaadbeginsel uit tot een zaad 
en de bevruchte eicel tot een kiem.
Opening in de zaadhuid met vlakbij de eicel (vrouwelijke geslachtscel) met daarin een kern.
1
De zaadhuid zit om het zaad en bestaat uit een paar vliesjes
2
Het binnenste deel van het zaadbeginsel: 1 of 2 zaadlobben. 
De zaadlobben bevatten zetmeel, dat is reservevoedsel voor het jonge plantje. Het wordt gebruikt door de kiem tijdens het kiemen.

3
Steeltje van het zaadbeginsel, het zit vast aan het vruchtbeginsel.

4
Eicel met kern, vlakbij de opening
5
Het vruchtbeginsel groeit uit tot de vrucht 
(met daarin het zaad).

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Van bevruchte eicel tot kiemplantje
Direct na de bevruchting beginnen de eicel en het zaadbeginsel te groeien.
Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad.
Uit de bevruchte eicel ontstaat een kiem

Een zaad is bedekt met een zaadhuid en bevat één of twee zaadlobben.
De zaadlobben bevatten zetmeel als reservevoedsel.
Ze leveren energie aan de kiem voor het kiemen. 
Kieming - kiemen betekent dat de kiem uitgroeit tot een kiemplantje. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Meerdere stuifmeelbuizen
Er kunnen meerdere stuifmeelbuizen door de stijl groeien.

Die gaan naar verschillende zaadbeginsels

Als een eicel bevrucht is, kan een zaad ontstaan. 


Als een eicel niet wordt bevrucht, groeit 
DAT zaadbeginsel niet uit tot zaad

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
wel bevruchting, geen bestuiving
D
geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vaak is
de appel minimaal bevrucht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel stuifmeelkorrels kunnen een eicel bevruchten
A
1
B
2
C
3
D
geen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er met de zaadbeginsels die niet zijn bevrucht?
A
ontwikkelen zich tot zaden
B
verschrompelen
C
die worden groter
D
die krijgen bloemen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

In welke volgorde verloopt de geslachtelijke voortplanting bij planten?
A
bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Lezen: b3 Bevruchting


Maken: 1 t/m 3 en 5 t/m 9 


Klaar?--> Lees b2 alvast

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Herhalen

- Maken opdrachten B4

- Starten B5

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Welke twee onderdelen van een bloem spelen ook alweer een rol bij de voortplanting van planten?
Stamper
Meeldraden
Kroonbladeren
Kelkbladeren

Slide 22 - Drag question

Even kennis van de vorige les ophalen. Ik heb het net eigenlijk al verklapt, maar wat waren ook alweer de twee onderdelen van een bloem die een rol spelen bij de voortplanting van planten?
Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
als eicellen op de stempel terecht komen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

In welke volgorde verloopt de geslachtelijke voortplanting bij planten?
A
bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel stuifmeelkorrels kunnen een eicel bevruchten
A
1
B
2
C
3
D
geen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn kenmerken van insectenbloemen?
A
kroonbladeren fel gekleurd
B
stempel groot
C
meeldraden buiten de bloem
D
ze ruiken lekker

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Hebben windbloemen veel of weinig stuifmeel?
A
weinig
B
veel

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Vrouwelijke geslachtsorgaan
Afbeeldingsresultaat voor vruchtbeginsel
Herhaling b1
blz. 166,167

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Hoe ontstaan vruchten met zaden?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Werken!
- Lezen B4

- Maken 1,2, 4 t/m 8


- Klaar?--> Lezen B5

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

B5 Ongeslachtelijke  voortplanting

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

ongeslachtelijke voortplanting is
A
voortplanting door bevruchting
B
voortplanting zonder bevruchting

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Celdeling
- Celdeling

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Manieren van
ongeslachtelijke voortplanting

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

Zoek op in je boek:
- Knollen
- Bollen
- UItlopers
- Wortelstok
- Stekken
-Weefselkweek                  
                                      7 minuten--> Klaar? Maak opdrachten bij B5

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

HW
Lezen B5 (met name 'Andere organismen')

Maken 1 t/m 3 en 5 t/m 9

Slide 36 - Slide

This item has no instructions