Oefenen H3

Waardoor viel het Romeinse Rijk uit elkaar?
A
De Paus wilde niet dat er een nieuwe keizer zou komen.
B
Doordat er geen nieuwe keizer was. Er was veel ruzie wie dit moest worden.
C
Door de volksverhuizingen. De Romeinen konden het niet meer verdedigen.
D
De Rijn was helemaal opgedroogd, hierdoor was er geen natuurlijke grens meer.
1 / 30
next
Slide 1: Quiz
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Waardoor viel het Romeinse Rijk uit elkaar?
A
De Paus wilde niet dat er een nieuwe keizer zou komen.
B
Doordat er geen nieuwe keizer was. Er was veel ruzie wie dit moest worden.
C
Door de volksverhuizingen. De Romeinen konden het niet meer verdedigen.
D
De Rijn was helemaal opgedroogd, hierdoor was er geen natuurlijke grens meer.

Slide 1 - Quiz

Welk volk werd heel machtig na het uiteenvallen van het Romeinse rijk?

Slide 2 - Open question

Wie was Karel de Grote?
A
Hij was koning van de Friezen.
B
Hij was koning van de Franken.
C
Hij was koning van de Romeinen
D
Hij was koning van de Saksen

Slide 3 - Quiz

Het rijk van Karel de Grote was erg groot. Daardoor was het moeilijk vanuit een plaats te besturen. Hoe loste Karel dit op? Leg dit zo goed mogelijk uit.

Slide 4 - Open question

Zet de woorden in de juiste volgorde, van machtig naar minder machtig
1
2
3
4
Edelen
De Paus
Horigen / boeren
De Keizer

Slide 5 - Drag question

Op welke manier werd het islamitische rijk uitgebreid door de Kaliefen?

Slide 6 - Open question

Welke bewering is waar?
A
Een levensbeschouwing is hetzelfde als een geloof
B
Openbare scholen doen niet aan feestdagen
C
Openbare scholen hebben geen levensbeschouwing
D
Veel leerstof is op elke school anders

Slide 7 - Quiz

Gaat het over een mening of over een feit. Sleep de antwoorden naar de juiste plek
FEIT
MENING
Het Hub zit sinds 2008 in dit gebouw.
In Deurne kun je erg fijn wonen.
In de bioscoop verkopen ze zoute popcorn.
Zoete popcorn is veel lekkerder dan zoute.

Slide 8 - Drag question

Symbolen
Helden
Rituelen

Slide 9 - Drag question

Een argument is ....?
A
iemand die verhuist.
B
uitleg waarom je een bepaalde mening hebt.
C
een ander woord voor standpunt.
D
wat er gebeurt door een eerdere gebeurtenis.

Slide 10 - Quiz

Een vooroordeel is:
A
Een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent
B
Een oordeel over iets of iemand terwijl je wel de feiten kent
C
Een mening over iets of iemand met heldere argumenten

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

wat zijn cultuurelementen
A
taal, geloof, sportprestaties,
B
geloof, kleding, eten
C
voedsel, geloof, taal
D
feesten, regels, liefdesrelaties.

Slide 13 - Quiz

Wat is geen cultuurelement?
A
Religie
B
Klimaat
C
Feesten
D
Bouwstijl

Slide 14 - Quiz

Koppel de voorbeelden aan de juiste cultuurelement
vuurwerk afsteken
Christendom
Nederlands
Oliebollen bakken
Islam
Turks
Taal
Godsdienst
Gewoonten

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Video

Van welke cultuur is dit een zichtbaar onderdeel?
A
Duitsland
B
Argentinië
C
Spanje
D
Italië

Slide 17 - Quiz

Bekijk de bron. Dit is een groot standbeeld van Karel de Grote.
Waar zou dit beeld kunnen staan?
A
Frankrijk
B
Groot-Brittannië
C
Spanje
D
Zweden

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

In het Frankische rijk speelden ridders in de tijd van monniken en ridders een
belangrijke rol. Met welk beroep van nu kun je ridders het beste vergelijken?

A
ministers
B
politieagenten
C
rechters
D
soldaten

Slide 20 - Quiz

De Achterhoek in Nederland wordt ook wel 'De Graafschap' genoemd.
Aan deze naam kun je zien dat dit gebied vroeger bestuurd werd door:

A
een edele
B
een geestelijke
C
een ridder
D
Karel de Grote

Slide 21 - Quiz

Aboe Bakr was de eerste leider van de islamitische staat na Mohammed.
Hoe noemen we Aboe Bakr?

A
een emir
B
een kalief
C
een profeet
D
een sultan

Slide 22 - Quiz

Wat is een overeenkomst tussen het christendom, het jodendom en de islam?
Omcirkel het juiste antwoord.

A
Zij eten en drinken dezelfde dingen.
B
Zij geloven in één god.
C
Zij hebben dezelfde profeet.
D
Zij hebben dezelfde regels.

Slide 23 - Quiz

Wat is de geboorte plaats van de profeet Mohammed?

Slide 24 - Open question

Als er in een land scheiding van kerk en staat is, dan is de kans groter dat er
ook vrijheid van godsdienst is. Leg uit waarom.

Slide 25 - Open question

Het rijk van Karel de Grote was erg groot. Het was moeilijk om het vanuit één plaats te
besturen. Hoe loste Karel dit op?

A
Hij had snelle boodschappers die door zijn hele rijk reisden.
B
Hij liet edelen kleinere gebieden besturen.
C
Hij maakte zijn rijk kleiner.
D
Hij had veel verschillende hoofdsteden waar hij telkens een jaar bleef.

Slide 26 - Quiz

Mohammed vernielde de Kaäba omdat deze in strijd was met een belangrijke regel van zijn
geloof. Welke regel is dat?
A
Je mag geen alcohol drinken.
B
Je mag geen eten, drinken en andere zaken verspillen.
C
Je mag maar één god aanbidden.
D
Je mag niet gokken.

Slide 27 - Quiz

Bekijk de bron over religies in Nederland. Welke beweringen zijn waar?
A
De islam is de kleinste religie in Nederland.
B
De meeste mensen zijn niet bij een religie aangesloten.
C
Het christendom is de grootste religie in Nederland.
D
Minder dan 5% van de Nederlanders is boeddhist.

Slide 28 - Quiz

Welke grote verandering vond er plaats rond het jaar 1000?
A
Boeren gingen rondtrekken op zoek naar grond.
B
Er gingen veel mensen in Europa dood door ziektes.
C
Op het platteland nam de bevolkingsdichtheid toe.
D
Rondom de markt kwamen steeds meer mensen wonen.

Slide 29 - Quiz

Uit welke twee groepen bestonden de eerste stadsbewoners vooral?

A
ambachtslieden en handelaren
B
ambtenaren en schoonmakers
C
boeren en dienstmeisjes
D
schippers en dokters

Slide 30 - Quiz