Toets H3.1, H3.2, H3.3 en H4.1

1 / 12
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welk volk veroverde rond 800 een groot deel van Europa?
A
de Franken
B
de Friezen
C
de Romeinen
D
de Vikingen

Slide 2 - Quiz

Bekijk de bron. Dit is een groot standbeeld van Karel de Grote.
Waar zou dit beeld kunnen staan?
A
Frankrijk
B
Groot-Brittannië
C
Spanje
D
Zweden

Slide 3 - Quiz

In het Frankische rijk speelden ridders in de tijd van monniken en ridders een
belangrijke rol. Met welk beroep van nu kun je ridders het beste vergelijken?

A
ministers
B
politieagenten
C
rechters
D
soldaten

Slide 4 - Quiz

De Achterhoek in Nederland wordt ook wel 'De Graafschap' genoemd.
Aan deze naam kun je zien dat dit gebied vroeger bestuurd werd door:

A
een edele
B
een geestelijke
C
een ridder
D
Karel de Grote

Slide 5 - Quiz

Aboe Bakr was de eerste leider van de islamitische staat na Mohammed.
Hoe noemen we Aboe Bakr?

A
een emir
B
een kalief
C
een profeet
D
een sultan

Slide 6 - Quiz

Wat is een overeenkomst tussen het christendom, het jodendom en de islam?
Omcirkel het juiste antwoord.

A
Zij eten en drinken dezelfde dingen.
B
Zij geloven in één god.
C
Zij hebben dezelfde profeet.
D
Zij hebben dezelfde regels.

Slide 7 - Quiz

Wat is de geboorte plaats van de profeet Mohammed?

Slide 8 - Open question

Als er in een land scheiding van kerk en staat is, dan is de kans groter dat er
ook vrijheid van godsdienst is. Leg uit waarom.

Slide 9 - Open question

Het rijk van Karel de Grote was erg groot. Het was moeilijk om het vanuit één plaats te
besturen. Hoe loste Karel dit op?

A
Hij had snelle boodschappers die door zijn hele rijk reisden.
B
Hij liet edelen kleinere gebieden besturen.
C
Hij maakte zijn rijk kleiner.
D
Hij had veel verschillende hoofdsteden waar hij telkens een jaar bleef.

Slide 10 - Quiz

Mohammed vernielde de Kaäba omdat deze in strijd was met een belangrijke regel van zijn
geloof. Welke regel is dat?
A
Je mag geen alcohol drinken.
B
Je mag geen eten, drinken en andere zaken verspillen.
C
Je mag maar één god aanbidden.
D
Je mag niet gokken.

Slide 11 - Quiz

Bekijk de bron over religies in Nederland. Welke beweringen zijn waar?
A
De islam is de kleinste religie in Nederland.
B
De meeste mensen zijn niet bij een religie aangesloten.
C
Het christendom is de grootste religie in Nederland.
D
Minder dan 5% van de Nederlanders is boeddhist.

Slide 12 - Quiz