This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Lezen en luisteren
Nederlands
Slide 1 - Slide
Programma
- Doel
- Overzicht module 1 en module 2
- Herhaling
- Inleiding, kern, slot - Aan de slag
Slide 2 - Slide
Doel
- Ik weet hoe een tekst is opgebouwd - Ik weet welke functies een inleiding, kern en slot kunnen hebben
Slide 3 - Slide
Tekst
Informeren
Activeren
Vermaken
Instrueren
Verkiezingsaffiche
Reclame-folder
Handleiding
Gedicht
Krantenartikel
Songtekst
Geboortekaartje
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Slide
Onderwerp
- Waar gaat de tekst over?
- Titel, inleiding
- één tot drie woorden
Toets:
- Wat is het onderwerp van deze tekst?
- Wat is het deelonderwerp van alinea 5?
Hoofdgedachte
- Belangrijkste wat een schrijver over het onderwerp duidelijk wil maken.
- Titel, inleiding, slot
- Hele zin
Toets:
- Wat is de hoofdgedachte van tekst 3?
Slide 6 - Slide
Teksten hebben een .....
Inleiding, kern & slot
Deze moet jij kunnen herkennen.
Slide 7 - Slide
Functies inleiding
- Aandacht van de lezers trekken - Informatie geven over wat er komen gaat. - Een vraag stellen
Slide 8 - Slide
De kern
- De kern is het middenstuk van de tekst en kan uit meerdere alinea's bestaan.
De verschillende deelonderwerpen komen aan de orde. In de kern wordt eigenlijk het onderwerp dus verder uitgewerkt.
Slide 9 - Slide
Slot
- Een samenvatting geven - Een conclusie trekken - Een toekomstverwachting schetsen - Een vraag meegeven
Slide 10 - Slide
Is de tekst een inleiding of een slot?
A
inleiding
B
slot
Slide 11 - Quiz
Je hoort ouderen vaak zeggen: “Vroeger was alles beter!” Vroeger speelden de kinderen buiten in plaats van de hele dag naar hun tablet te staren. Vroeger praatten mensen met elkaar in plaats van een afstandelijk Whatsapp-berichtje te sturen. Vroeger kon je spontaan bij iemand op de koffie in plaats van een afspraak te moeten maken in de digitale agenda’s. Klopt dit wel? Was vroeger daadwerkelijk alles beter dan nu?