Voorbeeld:
Ik leesde las gisteren een boek.
Zij loopte liep naar haar mama.
Ik kijkte keek vroeger graag naar de Fabeltjeskrant.
Bij sterke werkwoorden verandert in de verleden tijd de klinker van de stam.
Voorbeeld:
hele werkwoord: lopen - Stam: loop - verleden tijd: liep