Plaats van het persoonlijk voornaamwoord in de zin
Het persoonlijk voornaamwoord komt
vóór de persoonsvorm
BV: Je cherche mes livres - Je les cherche (lv)
J'écris une lettre à ma mère - Je lui écris une lettre (mv)
Staat er, naast een persoonsvorm, een heel werkwoord (infinitief) in de zin? Het persoonlijk voornaamwoord komt dan voor het infinitief
BV: Elle va donner des fleurs - elle va les donner (lv)
Je vais demander à Tom de m'aider - Je vais lui demander de m'aider. (mv)