Proef de Duitse eet- en drinkcultuur!

Proef de Duitse eet- en drinkcultuur!

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je: de Duitse eet- en drinkcultuur beschrijven en vergelijken met jouw eigen cultuur.

Introduceer de leerdoelen en bespreek kort de inhoud van de les.

Wat weet je al over de Duitse eet- en drinkcultuur?

Typisch Duits eten

De Duitse keuken staat bekend om onder andere braadworst, schnitzel en zuurkool.

Laat afbeeldingen zien van deze gerechten en vraag de leerlingen of ze deze kennen of zelf wel eens gegeten hebben.

Duitse drinkcultuur

Bier is een belangrijk onderdeel van de Duitse drinkcultuur en wordt vaak gedronken in biergartens.

Beschrijf kort hoe bier in Duitsland gedronken wordt en bespreek eventuele verschillen met de drinkcultuur in het land van de leerlingen.

Ontbijt in Duitsland

Een typisch Duits ontbijt bestaat uit broodjes, kaas, vleeswaren en jam.

Beschrijf het ontbijt en bespreek eventuele verschillen met het ontbijt in het land van de leerlingen.

Kaffee und Kuchen

Kaffee und Kuchen is een typisch Duitse traditie waarbij in de middag koffie gedronken wordt met gebak.

Laat afbeeldingen zien van Kaffee und Kuchen en vraag de leerlingen of ze dit herkennen.

Etenstijd in Duitsland

In Duitsland wordt de lunch vaak warm gegeten en is het avondeten een lichte maaltijd.

Beschrijf kort hoe de maaltijden in Duitsland verdeeld zijn en bespreek eventuele verschillen met de maaltijden in het land van de leerlingen.

Feesten in Duitsland

Bij feesten in Duitsland hoort vaak eten en drinken, zoals bijvoorbeeld de Oktoberfesten.

Laat afbeeldingen zien van Duitse feesten en bespreek kort wat er gegeten en gedronken wordt tijdens deze feesten.

Samenvatting

We hebben geleerd over de Duitse eet- en drinkcultuur en deze vergeleken met onze eigen culturen.

Vat kort samen wat er in de les behandeld is en vraag de leerlingen wat ze geleerd hebben.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.