Duitland Quiz Tag der offenen Tür

Duitland Quiz

 Tag der offenen Tür
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Duitland Quiz

 Tag der offenen Tür

Slide 1 - Slide

Welke stad is bekend om de Brandenburger Tor?
A
München
B
Keulen
C
Hamburg
D
Berlijn

Slide 2 - Quiz

Welke van de volgende merken komt niet uit Duitsland?
A
Mercedes-Benz
B
Volkswagen
C
Ferrari
D
BMW

Slide 3 - Quiz

Wie zingt het nummer 99 Luftballons?
A
Tokio Hotel
B
Rammstein
C
Helene Fischer
D
Nena

Slide 4 - Quiz

Wat is een typisch Duits gerecht voor het Oktoberfest?
A
Sushi
B
Paella
C
Pizza
D
Bratwurst

Slide 5 - Quiz

Wat wordt gevierd op 3 oktober in Duitsland?
A
Weihnachten
B
Oktoberfest
C
Sankt Nikolaus
D
Tag der Deutschen Einheit

Slide 6 - Quiz

Wat is de grootste Duitse voetbalclub?
A
Borussia Dortmund
B
FC Bayern München
C
Schalke 04
D
Eintracht Frankfurt

Slide 7 - Quiz

Welk Duits woord betekent ‘pardon’?
A
Wie bitte
B
Entschuldigung
C
Danke
D
Bitte

Slide 8 - Quiz

Wat betekent het Duitse woord Gemütlichkeit?
A
Vermoeidheid
B
Verveling
C
Sportiviteit
D
Gezelligheid

Slide 9 - Quiz

Welke Duitse band heeft de hit ''Du hast'' geschreven?
A
Tokio Hotel
B
Scorpions
C
Kraftwerk
D
Rammstein

Slide 10 - Quiz

Wat is een typisch Duits kerstgerecht?
A
Pannenkoeken
B
Paella
C
Curryworst
D
Kartoffelsalat

Slide 11 - Quiz

Welke term betekent snelweg in het Duits?
A
Landstraße
B
Gehweg
C
Boulevard
D
Autobahn

Slide 12 - Quiz

Wat is de naam van het grootste volksfeest in Duitsland?
A
Oktoberfest
B
Weihnachtsmarkt
C
Karneval
D
Silvester

Slide 13 - Quiz

Wanneer start het Oktoberfest in München?
A
Eerste maandag van oktober
B
Derde vrijdag van oktober
C
De laatste zaterdag van september
D
Tweede zondag van september

Slide 14 - Quiz

Welke lekkernij eet men traditioneel tijdens Kerstmis in Duitsland?
A
Kastagnes
B
Marsepein
C
Stroopwafels
D
Lebkuchen

Slide 15 - Quiz

Wat viert men op 3 oktober in Duitsland?
A
Arbeit en vrije tijd
B
Eenheid van Duitsland
C
Onafhankelijkheid
D
Religieuze feestdagen

Slide 16 - Quiz

Wat is een typisch Duits ontbijt?
A
Havermout met melk
B
Brötchen met kaas en worst
C
Eierkuchen met stroop
D
Croissant met jam

Slide 17 - Quiz

Welke Duitse lekkernij is een zoet brood?
A
Kruidkoek
B
Pretzel
C
Donut
D
Stollen

Slide 18 - Quiz

Wat zit vaak in Stollen?
A
Noten
B
Gedroogd fruit
C
Honing
D
Chocolade

Slide 19 - Quiz

Welke avond is Silvester voor Duitsers?
A
Valentijnsdag
B
Kerstmis
C
Nieuwjaarsdag
D
Oudejaarsavond

Slide 20 - Quiz

Welk Duits gezegde betekent 'Het gaat goed'?
A
Ich bin im Kuchen
B
Es geht wie eine Schnecke
C
Alles ist im Butter
D
Ich habe keinen Hund

Slide 21 - Quiz

Wat is een bekend product uit Solingen?
A
Föhn
B
Wasmachine
C
Messen en scharen
D
Koffiezetapparaat

Slide 22 - Quiz

Welke van deze producten komt uit Duitsland?
A
Toblerone
B
LEGO
C
Nivea
D
Coca-Cola

Slide 23 - Quiz

Sleep het juiste gerecht/product naar het juiste land
Oostenrijks
Duits
Zwitsers

Slide 24 - Drag question