Wereldoriëntatie 5/6 - Algemeen tekstbegrip | Video's


Ik wil meer weten!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Introduction

Digibordles

Items in this lesson


Ik wil meer weten!

Slide 1 - Slide

Ik weet wat 'video' letterlijk betekent.
Ik weet wanneer de eerste film vertoond werd.
Ik kan vertellen waarom er steeds vaker nepvideo’s
verschijnen.

Slide 2 - Slide

Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?

Wat is dit voor tekst?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Wat weet je er al van?
Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
Wat weet je al over dit onderwerp? Maak samen met je maatje een woordenwolk en schrijf alle woorden op waaraan je denkt bij 'video' en 'YouTube'.
timer
2:00

Slide 3 - Slide

 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de
vragenmuur.
Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Woordenschat:
video's, koekeloeren, dagelijks, laptop, tablets, vierkante ogen, beeld, weergave,
realistisch, nep, make-up, filters, software, post (posten), social media, privé.
De leerkracht doet het voor.
Er staan een hoop vragen in de introductie! Staan de antwoorden in de tekst? Schrijf ze op!

Slide 6 - Slide

Woordenschat:
Latijn, letterlijk, techniek, elektronische
signalen, opnemen, afspelen, vermaak, vertoond
(vertonen), arbeiders.
De leerkracht doet het voor.

Slide 7 - Slide

Woordenschat:
videoclips, eeuwen, perfecte, muzikanten,
onder de aandacht brengen, Britse, uitkwam (uitkomen).
We doen het samen!

Slide 8 - Slide

Tekstgerichte vragen:
Wanneer werd de allereerste film vertoond?
Waarom gingen muzikanten videoclips opnemen?
Wat is er ‘levensecht’ volgens de tekst?
Hoe kan het dat er steeds vaker nepvideo’s verschijnen?
Wat vind jij van nepvideo’s? Leg je antwoord uit.
Stel: je bent een bekende YouTube-ster. Waar zouden jouw video’s dan over gaan? Leg uit.
Maak wanneer je de tekst hebt samengevat de tekstgerichte vragen.

Slide 9 - Slide

Toetsvraag:
In de laatste alinea over DJ Martin Garrix staat de volgende zin: ‘Zo rollen de euro's vanzelf binnen.’ Wat wordt daarmee bedoeld?
A. Dat hij nooit heeft hoeven werken voor zijn geld.
B. Dat hij lui is.
C: Dat hij zonder er nog iets voor te doen vanzelf geld binnenkrijgt door          zijn video's op YouTube.
D: Dat hij met rollen zijn geld verdient. 


Slide 10 - Slide

 Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan? 
Schrijf ze op post-its. 
Wat hebben jullie opgeschreven?
Heeft de schrijver het beoogde doel bereikt?

Slide 11 - Slide

Tot de 
volgende keer!

Slide 12 - Slide