H3.1 Atoommodel, isomeren en periodiek systeem les 1, 2 en 3

Er bestaan 118 atoomsoorten. 
Elk atoomsoort heeft een eigen bouw. 
1 / 42
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Er bestaan 118 atoomsoorten. 
Elk atoomsoort heeft een eigen bouw. 

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

Proton (p+)
neutron (n)
elektron (e-)
deeltje
plaats
lading
massa(u)
Maak de tabel compleet:
atoomkern
atoomkern
elektronenwolk
0
1-
1+
5,5*10-4 u
1,0u
1,0u

Slide 3 - Drag question

Samenvatting van het filmpje over atoombouw

Slide 4 - Slide

Atoomkern
De kern van een atoom bestaat uit:
- positief geladen protonen 
- ongeladen neutronen

massa van een proton = massa van een neutron = 1 u

u = atomaire massa eenheid
1 u =  1,66 x 10-27 kg (getal niet uit je hoofd leren)


Slide 5 - Slide

Elektronen zitten in schillen om de kern

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Tips:
  • Gegeven: massagetal = 19
  • Zoek het atoomnummer van fluor zelf op.
  • Bereken het aantal p, e en n
  • Teken de kern en noteer het aantal p en n 
  • Teken het juiste aantal elektronenschillen en teken de elektronen.
timer
4:00

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Drie manieren om het fluoratoom met massagetal 19 (en atoomnummer 9) 
kort op te schrijven:

Fluor -19
F -19

919F

Slide 12 - Slide

Leerdoelen van deze les
Je kunt de bouw van een atoom beschrijven.
Je kunt de begrippen atoomnummer en massagetal gebruiken.

Slide 13 - Slide

Eigen werk
Maak H3.1 opgave 1, 8 en 10 op NOVA online

Lees blz 124 en 125

Leer: H3.1 tabel 1 en tabel 2 (niet massa in kg!) en definitie atoomnummer en massagetal.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoofdstuk 3: bouw van stoffen
3HAVO & 3VWO
Les 2
Les 2
Nodig: schrift

Slide 16 - Slide

Stoffen zijn opgebouwd uit moleculen.
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
Atomen zelf bestaan uit kleinere deeltjes
3.1 Atoommodel

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Neem over en vul in
atoom-nummer
massa-getal
aantal protonen
aantal neutronen
aantal elektronen
sym-bool
6
7
37
17
111
W
timer
5:00

Slide 20 - Slide

Drie manieren om het fluoratoom met massagetal 19 (en atoomnummer 9) 
kort op te schrijven:

Fluor -19
F -19

919F

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Noteer:

Slide 23 - Slide

Welke leerdoelen had deze les?
Noteer voor jezelf twee leerdoelen
timer
1:00

Slide 24 - Slide

Leerdoelen van deze les
Je kunt de bouw van een atoom beschrijven.
Je kunt de begrippen atoomnummer, massagetal en isotoop gebruiken.

Slide 25 - Slide

Eigen werk
Maak H3.1 opgave 4 en 9 op NOVA online

Lees blz 124 t/m 126

Leer: H3.1 tabel 1 en tabel 2 (niet massa in kg!) en definitie atoomnummer en massagetal.

Slide 26 - Slide

Hoofdstuk 3: bouw van stoffen
3HAVO & 3VWO
Les 3
Les 3
Nodig: schrift en laptop

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Tips:
  • Gegeven: massagetal = 19
  • Zoek het atoomnummer van fluor zelf op.
  • Bereken het aantal p, e en n
  • Teken de kern en noteer het aantal p en n 
  • Teken het juiste aantal elektronenschillen en teken de elektronen.
timer
4:00

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Drie manieren om het fluoratoom met massagetal 19 (en atoomnummer 9) 
kort op te schrijven:

Fluor -19
F -19

919F

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Leerdoelen van deze les
Je kunt de opbouw van het periodiek systeem beschrijven.
Je weet dat atoomsoorten zijn in te delen in metalen en niet-metalen.
Je weet de plaats van de groepen: (aard)alkalimetalen, halogenen en edelgassen in het periodiek systeem.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Rangschikking van de atomen 
in het Periodiek Systeem
Van links naar rechts hebben de atomen een steeds hoger atoomnummer (dus steeds meer protonen en elektronen) en een steeds hogere atoommassa.
Zo'n rij heet een periode
Elke periode eindigt met een edelgas. Daarna wordt een nieuwe schil voor de elektronen geopend.
De atoomsoorten die onder elkaar staan hebben soortgelijke eigenschappen.
Zo'n kolom heet een groep.



Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

  • In dit hoofdstuk ontdekken we dat niet alle stoffen bestaan uit moleculen
  • Stoffen kunnen worden verdeeld in: metalen, zouten en moleculaire stoffen
  • We gaan dit afleiden uit het elektrisch geleidingsvermogen van stoffen

Slide 40 - Slide

Leerdoelen van deze les
Je kunt de opbouw van het periodiek systeem beschrijven.
Je weet dat atoomsoorten zijn in te delen in metalen en niet-metalen.
Je weet de plaats van de groepen: (aard)alkalimetalen, halogenen en edelgassen in het periodiek systeem.

Slide 41 - Slide

Eigen werk
Maak af: H3.1 opgave 1 t/m 10 en 12 op NOVA online

Lees: blz 127 en 128

Leer: H3.1 de plek van: metalen, niet-metalen, (aardalkalimetalen, halogenen en edelgassen in het periodiek systeem

Slide 42 - Slide