Lezen les 4

Welkom en fijn dat je er bent!
BOEKPRESENTATIES

  • PLENDA zorg zelf dat je het invult 
  • Huiswerk bespreken H3 Lezen => teams
  • Instructie en opdrachten maken
  • Evaluatie les
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom en fijn dat je er bent!
BOEKPRESENTATIES

  • PLENDA zorg zelf dat je het invult 
  • Huiswerk bespreken H3 Lezen => teams
  • Instructie en opdrachten maken
  • Evaluatie les

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Na deze les kan ik:

- aan de hand van signaalwoorden, de tekstverbanden 
  opsomming en tegenstelling in een tekst herkennen en 
  benoemen'.

Slide 3 - Slide

PLENDA - HUISWERK - MAKEN
Hoofdstuk 3 
blz. 68-69

Opdracht 5   + zoek onbekende woorden op!

Slide 4 - Slide

Huiswerk bespreken
Tekst 4 LEZEN blz. 67-68
Opdracht 4

Heb je nog andere vragen?

Slide 5 - Slide

Stappenplan voor tekstbegrip
1. Kijk naar de tekst: titel, tussenkopjes, bron.
2. Lees globaal => eerste zinnen alinea's.
3. Lees precies => zorg dat je alles begrijpt! 
4. Formuleer de hoofdgedachte.
5. Onderstreep signaalwoorden. 
6. Koppel het tekstverband.
  schrijf in  
  je schrift

Slide 6 - Slide

Tekst 5 blz. 68-69

Lees mee   OF              ga meteen zelf aan de slag.

                                           Tekst 5 - opdracht 5



Slide 7 - Slide

Zelfstandig werken
Opdracht 5 - tekst 5 - blz. 68-69

KLAAR?  
ga iets voor jezelf doen (niet op je telefoon)

Slide 8 - Slide

Na deze les kan ik:

- aan de hand van signaalwoorden, de tekstverbanden 
  opsomming en tegenstelling in een tekst herkennen en 
  benoemen'.

Slide 9 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
1. ...........................    ...........   ...........   ...........   ...........
2. ..........................    ...........   ...........   ...........   ...........


Slide 10 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
1. opsomming        toen, verder, ten tweede, ook
2. tegenstelling     maar, toch, echter, hoewel
3. reden                     want, omdat, dus, doordat
4. voorwaarde        als, tenzij, mits
5. tijd                          eerst, voordat, daarna

Slide 11 - Slide

Tekstverbanden herkennen
Stappenplan:

1. 
2.
3.
4.

Slide 12 - Slide

Tekstverband herkennen + benoemen
1. Let op titel, tussenkopjes (deelonderwerpen) en kijk naar de bron.

2. Lees de tekst grondig door => precies lezen. ZORG DAT JE HET BEGRIJPT.

3. Formuleer de hoofdgedachte.

4. Vind signaalwoorden en koppel het bijbehorende tekstverband.

Slide 13 - Slide

Opsomming of tegenstelling
1: Bart houdt van appels, peren en bananen.
2: Mag ik wat zeggen, vragen en vertellen?
3: Ik heb mijn huiswerk wel gemaakt, maar ik ben mijn schrift vergeten.
4: Ik hoor je wel, maar ik versta je niet.
5: Ik lust wel appeltaart, maar niet als er rozijnen in zitten.
6: Hans is gek op hardlopen, maar niet als het regent.



Slide 14 - Slide

Evaluatie

  • Wat ging er goed?

  • Wat kan beter?

Slide 15 - Slide