gv les 2

• MBO

Argument / standpunt

Standpunt

Een standpunt is de mening die een bepaalde persoon over een bepaalde kwestie heeft.

Argument

De argumenten zijn de redenen die jij aanvoert waarom je een bepaalde mening hebt.

Interactie: actief luisteren 

Tijdens het voeren van een (telefoon) gesprek is steeds 1 persoon aan het woord, terwijl de ander luistert.

Als je actief luistert, probeer je te begrijpen wat de boodschap van je gesprekspartner is.

VERBAAL	NON VERBAAL
Hummen/ ja/ klopt	Knikken
Doorvragen/ controlevragen	Oogcontact

argumenteren

vraagsoorten

en een voorbeeld, hoe het nou net niet moet...

Open vraag

Wie, wat, waar, waardoor, waarom….etc.

Doel = klant laten spreken

gesloten vraag

ja/nee antwoorden

doel = snel informatie verkrijgen

gerichte vraag

open vraag met één antwoordmogelijkheid

doel = snel informatie verkrijgen

suggestieve vraag

Dat is toch een mooi aanbod vind je niet?

doel = inspelen op emotie

controlevraag

je controleert of je het begrepen hebt/of de afspraak duidelijk is

Denk ook aan doorvragen!

• Vuurwerk moet definitief afgeschaft worden.
• Online-onderwijs moet afgeschaft worden.
• De studiebeurs voor mbo-studenten moet verdubbeld worden.
• Er moet een stagevergoeding komen als je stage loopt.
• Scholen moeten meer doen tegen eenzaamheid bij studenten vanwege het online-onderwijs.

Kies een stelling en maak zelf een argumentatieschema. Kies minimaal 2 argumenten om de stelling mee te onderbouwen.

Je mag de stelling ook 'omdraaien'. Bijvoorbeeld dat je wilt dat het vuurwerk niet wordt afgeschaft.

Stellingen

Tip: gebruik www.rationaleonline.com 

Argumentatieschema

Argumentatieschema

Schooluniformen? een slecht idee!

Want

er komt verzet

Want

niet kosten-besparend

Want

Want

Kliekvorming blijft

Want

Want

Jongeren willen zelf bepalen wat zij aantrekken. 

Je hebt aan één uniform niet genoeg.  

Je hebt ook nog vrijetijdskleding nodig. 

Mensen discrimineren nu eenmaal altijd. 

Je kunt een uniform niet zomer en winter doordragen. 

In Nederland is een uniform niet vanzelfsprekend. 

Nederland heeft een andere traditie dan Engeland. 

Ze moeten gewassen worden. 

• In een betoog gebruik je signaalwoorden;
• Daarmee maak je verbanden tussen zinnen en alinea's duidelijk;
• Zo ontstaat samenhang in een tekst.

Samenhang aanbrengen in de tekst