Arbeid - herhalingsles 3

1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herhaling
Wat hadden we ook alweer behandeld? 

Slide 2 - Slide

Wanneer de inflatie 3% is, verandert het indexcijfer naar 103. Welk indexcijfer verandert?
A
Indexcijfer reële waarde
B
Indexcijfer nominale waarde
C
Prijsindexcijfer

Slide 3 - Quiz

Stel: het indexcijfer van het inkomen is 105 en het indexcijfer van de prijzen is 102. Hoe hoog is dan het indexcijfer van de koopkracht?
A
1,029
B
0,97
C
97,1
D
102,9

Slide 4 - Quiz

Als de arbeidsproductiviteit in verhouding sneller stijgt dan de lonen, zullen de loonkosten per product
A
stijgen
B
dalen
C
gelijk blijven

Slide 5 - Quiz

Een bedrijf produceert 30.000 frikadellen. Er werken 25 mensen in de fabriek en 5 op kantoor. Bereken de arbeidsproductiviteit.
A
1.200
B
750
C
1.000
D
6.000

Slide 6 - Quiz

formules bij deze les (1)
evenwichtsloon
Die waarde van L waarbij Qa = Qv. 

bezettingsgraad
feitelijke productie/productiecapaciteit * 100%


Slide 7 - Slide

Pak je blad met formules erbij

Slide 8 - Slide

formules bij deze les (2)
werkgelegenheid
De gevraagde hoeveelheid arbeid (Qv) bij een bepaald loon (L). 

werkloosheid
Aangeboden hoeveelheid arbeid (Qa) - gevraagde hoeveelheid arbeid (Qv) 




Slide 9 - Slide

Zoek de fouten!
  • Open de padlet
  • Bekijk de foute antwoorden en corrigeer ze
  • Wie wint? Uit of thuis?  

Slide 10 - Slide

vraag 1: werkloosheidspercentage
beroepsbevolking = 5 miljoen
werklozen = 300.000
de beroepsbevolking stijgt met 10%
de werklozen stijgen met 5%
vraag: met hoeveel procentpunten daalt het werkloosheidspercentage? Rond af op twee decimalen. 

goede antwoord:
werkloosheid was: 300.000/5 miljoen * 100% = 6%
werkloosheid wordt: (300000*1,05)/(5000000*1,1) * 100% = 315.000/5.500.000 * 100% = 5,73%
Dus een daling van 6 - 5,73 = -0,27 procentpunten


Slide 11 - Slide

vraag 2: werkloosheid
De BBP (bruto binnenlands product) = 500 miljard
de arbeidsproductiviteit = 50.000
de bezettingsgraad = 90%

vraag: hoe hoog is de werkloosheid in miljoenen arbeidsjaren? 

goede antwoord: 
de werkgelegenheid is 500 miljard/50.000 = 10 miljoen
de bezettingsgraad is 90%




Slide 12 - Slide

vraag 3: loonruimte
Voor 2021 wordt een inflatie verwacht van 3% en een arbeidsproductiviteitsstijging van 2,5%. Bereken de loonruimte. Rond af op twee decimalen. 

goede antwoord:
De formule voor de loonruimte is indexcijfer arbeidsproductiviteit * prijsindexcijfer/100 = (103 * 102,5)/100 = 105,58. De loonruimte is 5,58%(1 punt)




Slide 13 - Slide

vraag 4: werklozen
In Euroland werken 262.500 personen. De arbeidsproductiviteit per jaar bedraagt 25.000 euro. Aan premies en belastingen betaalt iedere werkende 25% van het bruto-inkomen. De potentiële beroepsbevolking bestaat uit 500.000 personen. De bruto participatiegraad is 62,5%. 

Bereken het aantal werklozen. 

goede antwoord
62,5 = X/500.000 x 100% X = 500.000 *0,625 = 312.500. Dus het aantal werklozen is: 312.500 - 262.500 = 50.000. 


Slide 14 - Slide

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll