1 vwo - chapitre 5 - bron C

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

PROGRAMME

• Phrases-clés
  
• Overhoren voca A en B
• Uitleg bron C: het bijvoeglijk naamwoord
  
• Au travail

Werkboek B vanaf nu!

Waar gaat hoofdstuk 5 over?

C'est qui Claire Bouanich?
(dat is een actrice)

Tu trouves qu'elle est belle?
(Ja, zij is erg mooi)

L'Arc de Triomphe, qu'est-ce que c'est?
(Dat is een monument)

Vocabulaire A en B

Overhoring

Wat betekent

la robe

1. de rok
2. het haar
3. de stropdas
4. de jurk

Wat betekent

le vêtement

1. de rok
2. het kledingstuk
3. de stropdas
4. het pak

Wat betekent

la cravate

1. de rok
2. het kledingstuk
3. de stropdas
4. het pak

Wat betekent

les cheveux bouclés

1. steil haar
2. krullend haar
3. roodharig/rossig
4. het pak

Wat betekent

la capitale

1. nu
2. lach!
3. de hoofdstad
4. de pet

Wat betekent

maintenant

1. nu
2. lach!
3. de hoofdstad
4. de pet

Wat betekent

souris!

1. nu
2. lach!
3. de hoofdstad
4. de pet

Het bijvoeglijk naamwoord

Uitleg

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...

Par exemple..

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	petit	petite
meervoud	petits	petites

Par exemple

Lucas est petit.

Sophie est petite.

Lucas et Max sont petits.

Sophie et Sara sont petites.

DONC ..

mannelijk enkelvoud = -

mannelijk meervoud = +s

vrouwelijk enkelvoud = +e

vrouwelijk meervoud = +es

Een bijvoeglijk naamwoord dat bij een vrouwelijk enkelvoudig woord hoort krijgt een extra ...

1. e
2. s
3. es
4. niks

Vrouwelijk meervoud krijgt een extra ..

1. e
2. s
3. es
4. niks

Mannelijk enkelvoud krijgt ..

1. e
2. s
3. es
4. niks

Mannelijk meervoud krijgt ..

1. e
2. s
3. es
4. niks

Let op!

Un pantalon rouge.           -->           Une robe rouge.

Un garçon français.          -->           Deux garçons français.

• Geen extra -e, wanneer het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -e.
• Geen extra -s, wanneer het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -s.

Uitzonderingen

m. ev.	m. mv.	v. ev.	v. mv.
beau	beaux	belle	belles
nouveau	nouveaux	nouvelle	nouvelles
vieux	vieux	vieille	vieilles

Kies de juiste vorm:
La série est ___.

1. intéressant
2. intéressante

Kies de juiste vorm:

Elle porte une jupe ____ .

1. noir
2. noire

Kies de juiste vorm:
C'est une ___ actrice.

1. grand
2. grande

Kies de juiste vorm:
Elle a deux chats ___ .

1. noirs
2. noir

Kies de juiste vorm:

La ceinture est ____

1. bleu
2. bleue

Kies de juiste vorm:

La fille est ____

1. hollandais
2. hollandaise

Kies de juiste vorm:

Sophie et Lisa sont ____

1. français
2. française
3. françaises

Kies de juiste vorm:

Elle porte une robe ____

1. rouge
2. rougee
3. rouges

AU TRAVAIL

Maken:

Bron C opdracht 13, 14, 15 page 13-15