NB week 41 2022

Nieuwsbegrip    
1 / 56
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 56 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nieuwsbegrip    

Slide 1 - Slide

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je tas?

Heb je je spullen klaarliggen?

Heb je je huiswerk gemaakt?
De afspraken

Slide 2 - Slide

Herhaling van de vorige les.
Nieuwsbegrip    

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is een ander woord voor het thema?
A
de oplossing
B
het onderwerp
C
de som
D
de inhoud

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Wat is een ander woord voor veilig?
A
gevaarlijk
B
onzeker
C
beschermd
D
beschut

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Wat is een ander woord voor helaas?
A
jammer
B
zielig
C
onaardig
D
spijtig

Slide 9 - Quiz

Waar gaat de tekst van deze week over?
Nieuwsbegrip    

Slide 10 - Slide

Nieuwsbegrip    Je leert nieuwe woorden.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Nieuwsbegrip    Je leert nieuwe woorden.
Heb je goed opgelet?????

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

afgelopen is hetzelfde als:
A
het komt eraan
B
gisteren
C
het is voorbij
D
vorige week

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Wat kan allemaal aanspoelen?

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Wat kun je onderzoeken?

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Wat betekent eigenlijk?
A
in het echt
B
nooit
C
niet
D
eigendom

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

hulpverlener
anders
dokter
brandweer
journalist
orka
toeschouwer

Slide 37 - Drag question

Slide 38 - Slide

Wat is niet redden?
A
vinden
B
schaden
C
in gevaar brengen
D
helpen

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

Hoe voorkom je iets?
A
Je denkt van te voren na.
B
Je geeft geld.
C
Je praat later met mensen.
D
Je koopt eten.

Slide 41 - Quiz

Oefen met de moeilijke woorden!
Waar zie je de orka? En waar de walvis en de walrus?  
Sleep de woorden naar de juiste foto.
de orka
de walvis
de walrus

Slide 42 - Drag question

Slide 43 - Slide

Wat weet jij al over de orka?

Slide 44 - Mind map

Slide 45 - Link

Slide 46 - Slide

Waar lag de Orka?

Slide 47 - Open question

Leeft de orka nog?
A
ja
B
nee

Slide 48 - Quiz

Slide 49 - Slide

r.12 het dier
Welk dier?
A
de orka
B
de hulpverlener
C
de dokter
D
Dolfijn

Slide 50 - Quiz

Slide 51 - Slide

Wat betekent redden?
A
in de zee duwen
B
op het strand trekken
C
loslaten
D
helpen

Slide 52 - Quiz

Wie wilden de orka redden?
A
de hulpverleners
B
de dokter
C
mensen van SOS Dolfijn
D
de zee

Slide 53 - Quiz

Slide 54 - Link

Doel:
Ik kan de tekst lezen.
Ik begrijp de tekst.
Ik kan vragen beantwoorden over de tekst.
Ik kan de tekst na vertellen.

Dus ga nu aan de slag met de vragen.
Nieuwsbegrip

Slide 55 - Slide

De opdrachten bespreken.
Heb je het begrepen?
Had je de vragen goed?
Heb je de doelen behaald?
Nieuwsbegrip    
Ga aan de slag met de opdrachten.

Slide 56 - Slide